Koningin Beatrix smijdt in haar kersttoespraken regelmatig hetzelfde onderwerp aan, al of niet gegoten in andere bewoordingen of voorzien van een andere ondertoon. 'Behandel mensen zoals u door hen behandeld wil worden' zei de koningin in 1983 en nu in 2010 opnieuw, andermaal met een verwijzing naar Jezus Christus. 'Verdraagzaamheid' is ook zo'n terugkerend element; niet een oproep die Beatrix pas heeft 'verzonnen' toen Geert Wilders op het politieke toneel verscheen, zoals wel wordt gedacht. Onderstaand een overzicht door de jaren, van 1980 tot en met 2010.
Bemoediging vinden wij evenzeer in het delen van waarden die door de eeuwen heen gestalte hebben gekregen. Die zijn herkenbaar op tal van plaatsen waar mensen vreedzaam met elkaar verkeren en samenwerken. Van oudsher berust dit op verdraagzaamheid, zorgvuldigheid en hulpvaardigheid. Deze principes zijn ook vandaag essentieel. (2010)
Vandaag zien we een neiging tegenstellingen juist te verscherpen. Grofheid in woord en daad tast de verdraagzaamheid aan. Discussies ontaarden in verharde verhoudingen. In zo'n sfeer worden mensen al snel als groep over één kam geschoren en worden vooroordelen als waarheid aangenomen. Daarmee erodeert de gemeenschapszin. (2007)
Voorkomen moet worden dat mensen de hoop op een betere samenleving opgeven, vereenzamen en wegglijden in maatschappelijk isolement. De ander zullen we steeds als mens moeten blijven zien en als medeburger vasthouden. In een gezamenlijke inspanning de verdraagzaamheid hoog te houden wordt van elk van ons inzet en betrokkenheid verlangd. (2004)
Geen vrijheid confronteert ons zo ingrijpend met anderen als de vrijheid van godsdienst en overtuiging. Dit grondrecht vraagt om ruimte voor verschillende levensopvattingen, in verdraagzaamheid en respect. Een ieder mag op zijn manier geloof beleven en belijden. Maar religie kan nooit een rechtvaardiging zijn voor onverantwoordelijk gedrag. Mensen mogen God aanroepen voor leiding en bemoediging in het leven, maar Hem nooit inroepen ter verdediging van ontoelaatbaar handelen. (2003)
Wij leven in een verwarrende tijd, vol onvrede en onbestemde angstgevoelens. De samenleving lijkt te verloederen. Losgeslagen van oude ankers blijkt onze maatschappij niet goed bij machte om te gaan met het opbreken van vertrouwde zekerheden. Te lang zijn onrust en onbehagen weggedrukt. Verplichte verdraagzaamheid, waarmee geduld wordt wat in wezen onaanvaardbaar is, leidt tot schijntolerantie. Tolereren mag evenmin ontaarden in onverschilligheid, of een excuus zijn om zich af te wenden van echte problemen. (2002)
Verdraagzaamheid is een instelling die elk mens zich zelf kan eigen maken en ook een levenshouding die van generatie op generatie moet worden doorgegeven. Respect voor de medemens vereist dat we eigen gelijk niet steeds voorop stellen. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Elkaar te begrijpen vergt veel van ons: het blijft een leerproces. Anderen alleen maar dulden is niet genoeg. Betrokkenheid bij het leven van onze medemensen is wel iets anders dan gemakzuchtig gedogen. (2001)
Naastenliefde bewijst zich met name daar waar mensen zich niet onmiddellijk tot elkaar aangetrokken voelen. Zij komt tot bloei in de uitdaging van het samen leven in verscheidenheid. Samenleven begint thuis. Daar komen we in aanraking met andere meningen en hebbelijkheden, met kritiek en met gedrag dat ons kan ergeren. In die kleine leefeenheid, hoe ook gevormd, vinden wij onze eerste leerschool in liefde en verdraagzaamheid. (1995)
We worden ons bewust dat anderen hun eigen rechten hebben en hun vrijheden, dat verschillen erkend en aanvaard moeten worden. Ook verschillen van mening zijn lessen in verstandhouding omdat niemand, als individu noch als lid van een gemeenschap het alleenrecht bezit op de waarheid. Verdraagzaamheid is gegrond op geloof in de gelijkwaardigheid van alle mensen. (1995)
Van ouderen mag worden verwacht dat zij jongeren voorgaan in verdraagzaamheid en respect voor medemensen, natuur en dingen van waarde. Zo'n houding is niet alleen nodig voor onze eigen omgeving. Ook de problemen ver weg zijn heel dichtbij gekomen en gaan ons aan. Geen mens kan leven voor zichzelf alleen. (1995)
Vanuit landen waar nood heerst en ontbinding intreedt, kloppen mensen met andere levensstijlen en gewoonten bij ons aan en vragen om een plek. Onze spankracht, openheid, geduld, verdraagzaamheid en creativiteit worden op de proef gesteld. We kunnen ons niet afwenden. Gelukkig zijn er velen die zich daadwerkelijk het lot van hun ontheemde medemensen aantrekken en met liefdevolle toewijding zich voor hen inspannen. (1993)
Het is de gerichtheid op het algemeen belang die de maatschappij bijeen houdt. Essentieel voor een leefbare gemeenschap zijn ook verdraagzaamheid en saamhorigheid. Als een ieder niet alleen let op het eigenbelang maar vooral op dat van anderen, komt de oplossing van maatschappelijke problemen misschien dichterbij. (1993)
Verschillen moeten we niet bestrijden; we moeten leren leven met verscheidenheid. Dat vraagt tolerantie en het vermogen eigen beperkingen te overwinnen. Daarmee is natuurlijk niet gezegd dat we ook het kwaad moeten tolereren. Een samenleving waarin geen grenzen worden gesteld is onhoudbaar. Verdraagzaamheid kan nooit betekenen dat iedereen ongeremd zijn eigen gang kan gaan. Waar mensen over de schreef gaan moet hun een halt worden toegeroepen, grofheid moet aan de kaak worden gesteld, vandalisme bestreden, agressiviteit gepareerd. (1993)
Naast onszelf moeten we ook de ander aanvaarden, erkennen en respecteren. In onverschilligheid voor het leed of de nood van de medemens en een houding van "ieder voor zich" loopt de samenleving vast. Niet onze hardheid maar juist verdraagzaamheid maakt dat we in vrede kunnen leven. (1992)
Verdraagzaamheid, fundament van ons menselijk samenleven, blijft steeds een grote opgave. Zelfs in een land met een lange traditie van tolerantie, moet de ruimte voor de ander en voor het anders zijn en denken, door elke generatie opnieuw worden veroverd. (1983)
Verdraagzaamheid vereist niet dat we geen kritiek mogen hebben, elkaar allemaal aardig moeten vinden, of volledig begrijpen. Tolerantie vraagt openheid voor het onbekende en doorbreking van het isolement. Waar de culturen elkaar ontmoeten, hoeft geen confrontatie te ontstaan. (1983)
Verdraagzaamheid houdt ook zorg in, meedragen van de last van de ander. Die zorg is vooral nodig voor degenen die aan de rand van de samenleving staan, die zich uitgeschakeld voelen. Het is een eis van rechtvaardigheid dat de hele gemeenschap de zwakken draagt. Kerstmis plaatst de opdracht tot verdraagzaamheid in een verder reikend licht. (1983)
© GPD
Laatste reacties