Niks beter dan een kille regenachtige dag om in Amsterdam in de Nieuwe Kerk de tentoonstelling ‘Ingehuldigd’ te bezoeken. Even schrikken van de prijs (€ 15), dat schept hoge verwachtingen en verplichtingen. Ik heb al opnamen van de expositie gezien, een week eerder gemaakt door collega’s die de voorbezichtiging voor de pers hebben bijgewoond. Die foto’s zagen er gelikt uit, maar hoe ervaar ik de rondgang door de kerk zelf?
Het is mooi dat bezoekers binnenkomen door de deur aan de kant van de Nieuwezijds Voorburgwal, de route die op 30 april ook werd genomen door prinses Beatrix en de koninklijke familie en de buitenlandse koninklijke gasten. Onder het magnifieke orgel door, met het glimmende koorhek rechtvoor. Alleen, waar is dat hek? O, verborgen achter een doek waarop het nieuwe koningspaar is afgebeeld zoals dat bij de inhuldiging daar heeft gestaan. Leuk bedacht, maar dat het hek op die manier is verstopt, vind ik minder geslaagd.
De kerk werkt bevreemdend. Ik heb het voorrecht gehad om de Nieuwe Kerk kort voor de inhuldiging helemaal leeg te zien. In volle glorie, zoals de makers het ooit ongeveer bedoeld moeten hebben – maar dan nog wel met de kroonluchters op hun plaats. Bij de voorbezichtiging kreeg je een indruk van de dimensies, van de ruimte en de schoonheid van het voormalige Godshuis, zonder garderobe en museumwinkel van de stichting De Nieuwe Kerk.
Echt uniek zo bleek meteen na de inhuldiging bij een volgend bezoek. Voor een deel stond alles nog opgesteld zoals voor de plechtigheid op 30 april, met de prachtige bloemversieringen, het troonpodium, de stoelen voor de genodigden. De kerk ademde de sfeer nog uit van het hoogfeest van de monarchie en er heerste ook een uitgelaten en opgewonden sfeer onder de belangstellenden die soms uren in de rij hadden moeten staan om binnen te komen. Ze konden zelf vaststellen dat prins Charles inderdaad in een hoekje was weggestopt, dat de zichtlijnen in de kerk afschuwelijk zijn en dat het geen pretje moet zijn geweest om lang op de stoeltjes te zitten. Maar ja, je was er wél bij.
Voor de tentoonstelling is de kerk opnieuw ingericht en de keuze van entree bepaalt die indeling. Exposities in de kerk zijn meestal geconcentreerd rond het koor, aan de andere kant. Daar is een mooie rondgang te maken. In het middenschip is alleen al dat laatste een probleem, zo blijkt. Bij binnenkomst val je (links aanhouden!) meteen in de inhuldigingen – van Willem I als soeverein vorst, als koning en daarna van zijn oudste zoon Willem II.
Er is uitleg over de destijds bestelde en gebruikte regalia, het ontwerp voor de Grondwet ligt er en de Akte van Abdicatie van Willem I, en er staan troonstoelen. Interessant. Dan gaat het voor veel bezoekers mis, audiotoer of niet. Ze moeten op hun schreden terugkeren, naar de uitgang om vanaf daar nu rechts aan te houden voor het bekijken van de vitrines over Willem III, Wilhelmina, Juliana en Beatrix.
Daar doen ook bewegende beelden hun intrede, inclusief het rare bioscoopfilmpje van de inhuldiging van ‘prinses’ Wilhelmina (dat zegt de commentator tenminste, vreemd want Wilhelmina is op dat moment al acht jaar koningin, en ze is dan ook al 7 dagen regerend koningin). Het geluid bij de drie schermpjes is niet altijd ideaal, en omdat ze betrekkelijk dicht bij elkaar staan hoor je door de toespraak van Juliana heen het gejuich op de Dam voor Beatrix.
Er zijn kenners bij de tentoonstelling. Drie dames die duidelijk wel gevorderd zijn in hun tweede jeugd verkneukelen zich over de op video getoonde balkonscene uit 1980. ‘Zojuist’ zeggen ze in koor lang voordat prinses Juliana die inmiddels ingeburgerde historische woorden kan zeggen. ‘Zojuist’. De inhuldigingsjurk van Wilhelmina wekt verbazing (‘wat was ze klein, wat was ze slank’), de donkere japon van Juliana valt moeilijk in detail te bekijken en die van Beatrix oogst bewondering. Zo ingenieus, zo mooi gemaakt en die bekende pofmouwen: hoe geraffineerd. Een hoogtepunt, en in niets de mindere van de beroemde jurk van koningin Máxima. Alleen diende de jurk van Beatrix een ander doel – die moest onder de koningsmantel, en niet er naast.
Van 1980 naar 2013. In plaats van een tijdmachine hebben bezoekers voor het vervolg van de tentoonstelling eigenlijk een enkeltje Apeldoorn nodig. Natuurlijk, de Akte van Abdicatie van koningin Beatrix staat heel mooi opgesteld voor het achter het eerder genoemde doek half verscholen koor en troonpodium, maar wat iedereen nú wil zien (en dat logisch voortvloeit uit de eerdere vitrines) staat in de Audiëntiezaal in Paleis Het Loo: de kleding van het nieuwe koningspaar, de regalia, de troonzetels. Je kunt eigenlijk zeggen dat het hart van de tentoonstelling ontbreekt.
De Nieuwe Kerk doet nog wel pogingen dat gemis te compenseren met filmopnamen van de inhuldiging en een uitleg – weer op doeken, zonder feitelijke objecten – over de geschiedenis van het koningshuis en 200 jaar koninkrijk. Dat laatste ziet er mooi uit, maar daarvoor hoef je niet naar de kerk te komen. Daar zijn boeken voor. En boeken zijn er in overvloed in de weer wel heel leuk ingerichte museumwinkel, met prachtige kunstvoorwerpen, en een overvloed aan Oranje-uitgaven.
Voor de royaltyverslaggever een snoepwinkel (en ook los van de tentoonstelling te bezoeken, vanaf de Dam kant waar ook de kassa van de expositie is, hetgeen tot heen en weer geloop van bezoekers leidt, maar ja, de gekozen ingang is toch wel logisch). Het eindoordeel? Ik had niet het idee voor niks naar de tentoonstelling te zijn gekomen. Ik heb veel gezien dat ik eerder nog niet had kunnen bekijken. Pure winst en in combinatie met Het Loo (waren verkopen ze geen combikaarten?) de moeite waard. Bovendien ontmoette ik in de kerk bij toeval een zéér deskundige royaltykenner, waardoor de middag pas echt waardevol en memorabel werd.
© Royalblog, Hans Jacobs; Foto’s: © RPE Albert Nieboer
Laatste reacties