Vijfentwintig jaar na de 'status aparte' van Aruba wordt Curaçao zondag een eigen land binnen het Koninkrijk der Nederlanden. Sint Maarten ook. Maar vlak voor het verstrijken van de deadline heeft de bevolking op de Caribische eilanden ernstige twijfels over de toekomst. ,,Welkom in de eerste Nederlandse bananenrepubliek.'' Een reportage vanuit de twee nieuwe landen door GPD-verslaggever Floor Ligtvoet.
Sint Maarten
Het is druk op het kantoortje van Errol Pantophlet in de Sint Maartense hoofdstad Philipsburg. De airconditioning blaast hard. Toch is het er benauwd. De ruimte is niet berekend op de tien buitenlanders die gespannen wachten op een werkvergunning. Ze zijn gekomen om de klusjes te klaren waar een Antilliaan zijn neus voor ophaalt, legt Pantophlet uit. ,,Die voelt zich te goed voor schoonmaakwerk.''
Zijn kantoortje ligt aan Achterstraat/Back Street waar de lokale, hoofdzakelijk zwarte bevolking, winkelt en luncht in de talrijke zaakjes en eettentjes. Het Nederlandse deel van Sint Maarten bestrijkt nog geen 35 km2. Met een kleine 45.000 inwoners is het niet meer dan een Nederlands dorp. Toch staat het eilandje met groene heuvels en zoutmeren aan de vooravond om een land te worden. Op papier dan, want wat er precies gebeurt, weet niemand.
,,Het is één grote duisternis'', verzucht Pantophlet in het Engels. ,,Ik houd mijn hart vast.'' Zijn thuisland is nog lang niet klaar voor eigen bestuur, stelt hij: ,,Welke wetten gaan hier gelden? Níemand die het mij kan vertellen.'' Meer zaken blijken nog niet geregeld. Zo weet geen van de bewoners met welke nationale munteenheid hij straks moet betalen.
* Simpson Bay, Sint Maarten
Na ruim vijftig jaar houden de Nederlandse Antillen op te bestaan. Het land bestaande uit vijf tropische eilanden is het afgelopen jaar vakkundig ontmanteld. Deze operatie veroorzaakt een aardverschuiving binnen het Nederlandse Koninkrijk. Dat is zondag twee nieuwe landen rijker, Sint Maarten en Curaçao. Die twee eilanden moeten vanaf nu hun eigen broek op houden. De andere drie (Bonaire, Sint Eustatius en Saba) komen direct onder Nederlands bewind te vallen.
Ondanks dat de meerderheid van de inwoners van Sint Maarten zich al jaren geleden voor onafhankelijkheid uitsprak, is Pantophlet verre van gerust over de toekomst. ,,Ik weet niet of ik bedrijven straks nog onder dezelfde voorwaarde goedkope krachten kan leveren.'' Bezorgd strijkt hij over zijn gemillimeterde zwartzilveren haar. De huidige onzekerheid is dodelijk, vertelt hij: ,,Ik hoor steeds vaker dat bedrijven van plan zijn om elders te beginnen.''
Maar er zijn meer bestuurlijke problemen. Het eiland wordt geregeerd door partijen waarover hardnekkige corruptieverhalen de ronde doen. In de lokale krant is te lezen hoe politici afgelopen maand tijdens de verkiezingen stemmen hebben gekocht. Een stem in ruil voor een blackberry of een laptop.
Op straat smoezen en lachen ze er over. ,,Zo gaat het hier nu eenmaal'', klinkt het. Ook Pantophlet kijkt er niet van op: ,,Vorige verkiezingen kregen mensen een koelkast.''
Toen hij zijn jonge dochter onlangs over wilde laten komen uit Amerika, kon dat niet. De bewuste vlucht was al door de politieke partijen volgeboekt, meldde de vliegmaatschappij: ,,Op hun kosten laten ze onze studenten die in Amerika studeren overkomen om te stemmen.'' Het lot bepaalde echter dat het vliegtuig door het slechte weer niet kon landen.
De politie op Sint Maarten heeft wel andere dingen aan het hoofd. Het eiland wordt opgeschrikt door een golf van criminaliteit. De verhalen over verkiezingsfraude worden nu ook niet onderzocht, erkent oud-rechercheur en woordvoerder Ricardo Henson. Op de vraag of dat niet raar is, blijft het even stil. ,,Laat ik het zo zeggen. Deze verkiezingen zijn verlopen net als alle andere verkiezingen hier.''
Ondertussen zijn de gewapende overvallen en diefstallen het gesprek van de dag. Ze laten een duidelijke piek zien, vertelt Henson. Maar zijn handen zijn gebonden: ,,We zijn zwaar onderbezet.'' En nu de Antillen uit elkaar vallen, kunnen ze ook niet 1-2-3 meer de hulp van de collega's op Curaçao inroepen. Kortom, beter wordt het er niet op. Noodgedwongen laat de politie nu vrijwilligers patrouilleren in de meest getroffen woonwijken.
Voor Ashwin van zeventien komt dat te laat. De tiener slaapt slecht sinds de gewapende diefstal in hun woning begin september. Op klaarlichte dag plaatste een dief een pistool tegen zijn hoofd. Met horten en stoten komt het verhaal naar buiten. ,,Hier'', zegt Ashwin wijzend op zijn voorhoofd. ,,Hier voelde ik de loop.'' De dief dwong hem op de grond te gaan liggen. Toen hij vervolgens op zoek ging naar waardevolle spullen in het huis, wist Ashwin te ontsnappen. Sinds die dag laat zijn moeder Donella hem niet meer alleen thuis en neemt hem mee naar haar werk. Terwijl zij de administratie doet op een lagere school, doodt Ashwin zijn tijd achter een computer.
Ideaal is het niet. ,,Hij hoort op school te zitten'', zegt zijn moeder. Ashwin heeft net zijn Antilliaanse vmbo afgerond en wil naar de havo. ,,Maar het schoolhoofd ligt dwars. Weet je wat me nu zo kwaad maakt? Als die man hem had laten leren, had Ashwin dit niet meegemaakt.'' De veiligheidssituatie noopt sommigen tot cynisme. ,,Deze week werd de zesde moord van het jaar gepleegd'', zegt Rueben Thompson. ,,Maar we mogen nog van geluk spreken. Twee jaar geleden stond de teller rond deze tijd al op acht.'' Er zijn problemen te over op het eiland, weet hij. Als milieukundige, afgestudeerd in Nederland, maakt hij zich druk over hoe het eiland wordt volgebouwd. ,,Geen stukje natuur is hier beschermd.''
Terwijl de bestuurders denken meer geld te verdienen met de bouw van panden en een nieuwe ringweg, zien ze volgens hem niet in dat ze zijn geliefde eiland ‘naar de knoppen’ helpen. De aanleg van de weg, die ten koste gaat van het zoutmeer waar vele vogels overwinteren, zal de afwatering van het eiland verslechteren, voorspelt hij. Het regenwater uit de heuvels kan nu vaak niet goed wegstromen. ,,Laat ze eerst investeren in een goed rioleringssysteem.''
Thompson vreest dat de situatie alleen maar erger wordt na de ontmanteling van de Nederlandse Antillen. ,,Politici hier willen niet luisteren, ze geven niet om de natuur.'' Ook delen van de bevolking zijn niet geïnteresseerd in de staat van hun eiland, stelt hij vast. Velen zijn er niet geboren en wonen op Sint Maarten om geld te verdienen en naar huis te sturen. Vorig jaar werd hij zelfs nog met de dood bedreigd toen hij werkmannen van de ringweg naar hun vergunning vroeg. ,,Dus welkom in de eerste Nederlandse bananenrepubliek'', zegt hij schertsend.
Er zijn ook Sint Maartenaren die juist nieuwe kansen zien nu het eiland een eigen land wordt. Eindelijk zijn ze af van de Antilliaanse regering op Curaçao die wel het belastinggeld van Sint Maartenaren inde maar te weinig investeerde in het eiland, aldus Basil Richardson, directeur van de ijsfabriek. ,,Alleen Curacao ging er op vooruit. Sint Maarten móest wel zelfstandig verder.'' Ondertussen werkt hij een Jamaicaanse currysoup met noodles naar binnen.
De mogelijkheid om onder Nederlandse bewind te vallen, waar de bevolking ook voor had kunnen kiezen, is voor hem onbespreekbaar: ,,Onze voormalige kolonisator bemoeit zich al te veel met het eiland. Het is alsof we door een laser worden gepenetreerd. Almaar dat 'wie betaalt, bepaalt'.'' Zijn gezicht trekt zuur samen. Schikken naar Nederlandse regels? ,,Nee, dat nooit. Dan bepalen ze zelfs wat er in onze slaapkamers mag'', doelend op het homohuwelijk. ,,Wij hebben hier een andere cultuur. Respecteer dat!''
Curaçao
De zon begint al te zakken als de Curaçaose rechercheur Roel Wederfoort ruim 900 kilometer verwijderd van Sint Maarten met zijn jeep de Curaçaose wijk Seru Fortuna inslaat. ,,Hier komen de Antillianen vandaan waar jullie in Nederland zo'n last van hebben'', zegt hij. Anders dan in veel andere woonwijken op Curaçao zijn de felgekleurde huisjes er klein en vies. Het afval wordt achteloos aan de rand van de buurt gedumpt. Op de straatjes zwerven tal van kleine kinderen rond, soms zonder kleding.
,,Als je een mooie auto voor de deur van een opgeknapt huis ziet staan,'' waarschuwt de politieman, ,,dan heb je met een drugsbaron te maken.'' Sinds de 100%-controle op de luchthavens is ingevoerd is de drugshandel via bolletjesslikkers behoorlijk stilgevallen. Daarmee is het ook rustiger geworden in de slechte wijken, legt Wederfoort uit. Vroeger kwam de politie hier niet of alleen met een overmacht aan mensen: ,,Maar de grote drugsdealers hebben elkaar uit de weg geruimd.''
Het aantal moorden op het eiland ligt rond de tien per jaar. Vroeger waren het er vijftig. Zolang criminelen elkaar overhoop schieten, vindt de rechercheur het best. ,,Opgeruimd staat netjes, toch?''
Vanwege de nieuwe status van het eiland heeft de politieman afgelopen zomer moeten solliciteren op zijn eigen baan. Hij werkte officieel voor de Nederlandse Antillen, nu wordt zijn werkgever het land Curaçao. ,,Ik behoud mijn salaris maar ben wel een schaal teruggeplaatst.'' Dat motiveert niet, erkent hij.
Qua werk zal er na 10 oktober niet zoveel veranderen: ,,We komen nu ook al mankracht te kort.'' Voor politieagenten, die worden bijgestaan door Nederlandse collega's, is er op het eiland werk zat. Voor Curaçaose ambtenaren die voor de Nederlandse Antillen werkte, ligt dat anders. ,,Daar zullen wel ontslagen vallen'', verwacht de rechercheur. Er waren immers ook al ambtenaren die binnen de Nederlandse Antillen het belang van Curaçao vertegenwoordigde. ,,Een dubbel aantal heeft het eiland niet nodig.''
Verderop, in hartje Willemstad, bespreken vier vriendinnen van rond de zestig koortsachtig de politieke situatie. Het lijkt wel een crisisberaad, de vrouwen zitten in een kring in de woonkamer en hun gezichten staan zorgelijk. Ze hebben allemaal voor de overheid gewerkt, sommigen voor Sociale Zaken of in het onderwijs, een ander voor Justitie. Dat Curaçao een land wordt keuren ze niet af, maar ze vrezen dat de nieuw gekozen regering op volledige onafhankelijkheid zal afstevenen en uit het Koninkrijk wil stappen. ,,Ze zijn gek!'' roept een van hen fel uit. ,,We zijn niet veel meer dan een stad. Hoe moeten we ons dan verdedigen? President Chavez van Venezuela aast al op dit eiland.''
De vrouwen durven alleen vrijuit te spreken als hun naam niet wordt genoemd. ,,Anders krijgen we er last mee. Zo werkt dat hier.'' Allen hopen ze vurig dat de nieuwe regering 'net als de kalkoen de kerst niet haalt.' Onder de nieuwe machthebbers, zit ook de nationalistische partij Pueblo Soberano. ,,Zij jutten mensen op om te discrimineren. De Nederlanders hier op het eiland mogen wel oppassen.” De partij ziet de Afro-Caribische identiteit als het ideaal en wil af van Nederland, de kolonist, legt haar vriendin uit. ,,Het zijn domme lui. Ik wil het slavernijverleden niet goedpraten, dat was verkeerd, maar dat is meer dan 150 jaar geleden. Dat kun je de huidige generatie Nederlanders toch niet meer aanwrijven? Het slaat nergens op.''
Met de eilanden in de omgeving die onafhankelijk zijn geworden, is het doorgaans niet goed afgelopen, stelt een ander vast. Naast haar in een leunstoel wordt hevig geknikt. ,,Het is niet voor niets dat er allemaal mensen van elders hier komen werken. Zij hebben daar misschien onafhankelijkheid, maar hier hebben ze te eten.'' Als Curaçao op den duur toch alle banden met Nederland verbreekt, overwegen de dames te emigreren. ,,Mijn Nederlandse paspoort pakken ze mij niet af. Nooit!'' Maar diep in hun hart willen ze 'hun biezen' niet pakken: ,,We willen het beste voor ons eiland. We houden van Curaçao.''
Andere eilandbewoners snakken juist wel naar meer vrijheid. Beveiligingsbeambte Gilmar Elisa vindt het hoogtijd dat het eiland met 144.000 inwoners eens op eigen benen leert te staan. ,,Je kunt papa en mama ook niet je hele leven om geld blijven vragen.'' Nederland is de ouder en het tropische eiland de rebelse puber, schetst hij in de schaduw van de hete middagzon. ,,Voor volledige onafhankelijkheid is het nog te vroeg. We moeten het stap voor stap leren.''
Helaas ontbreekt het bij een deel van de jongeren op het eiland aan de juiste mentaliteit, constateert hij. ,,Opgroeien gaat niet zomaar. Je moet er voor werken.'' Met zijn hand glijdt hij langs zijn voorhoofd. ,,Zweten moeten we.'' Maar, zo stelt hij, dan hoort het bestuur ook het goede voorbeeld geven. ,,De klok tikt door.'' Morgen is het al 10 oktober. Dus nu de schouders er onder en geen vriendjespolitiek meer, roept hij uit. ,,Geen blabla meer maar werken voor ons volk.'' © GPD Floor Ligtvoet; Fotografie: © GPD Lex van Lieshout; RB Hj
Laatste reacties