Koninginnedag 2011 op Het Loo. Het is weer eens iets anders. Al is de gedachte aan de dramatische Koninginnedag van twee jaar geleden nooit ver weg. Het monument en de Gedenknaald zijn stille getuigen op de weg naar het fraaie paleis-musem.
Op de Loolaan en bij het paleis hangen de vlaggen uit. Zelfs het standbeeld van de hooggeboren jarige – het is haar 131ste verjaardag – voor de Grote Kerk is subtiel versierd. Het is de geboortedag van prinses/koningin Wilhelmina, en de oranjevereniging van Apeldoorn viert feest.
Niet voor het eerst. Eind augustus 1881 nodigt koning Willem III de bevolking van Apeldoorn uit om in het paleispark een concert bij te wonen ter gelegenheid van de eerste verjaardag van zijn dochter. De notabelen reageren zoals alleen notabelen dat kunnen: er moet een feestcomité komen en voor het jarige prinsesje een passend geschenk.
De voorzitter van het feestcomité is import-Apeldoorner Sybrand van Haersma Buma, een advocaat die zich hier net vanuit Leeuwarden heeft gevestigd. ,,Dat is in onze familie nooit overgeleverd”, vertelt achterachterkleinzoon Sybrand – de CDA-fractievoorzitter in de Tweede Kamer – in een geanimeerd toespraakje in de Kunstkamer van ’t Loo.
Daar wordt woensdag namelijk stilgestaan bij de oprichting van dat feestcomité 130 jaar eerder: het begin van de Oranjevereniging in Apeldoorn, en zo zegt voorzitter Simon Boon met gepaste bescheidenheid: hier is de kraamkamer van de Koninginnedagtraditie die Nederland nog steeds kent. En alleen de oranjeclubs in Bathmen (1813) en Oud-Gastel (1874) zijn ouder.
Het jubileum – raar getal, 130 jaar – is reden voor koningin Beatrix om naar Apeldoorn te komen. Zij neemt het fraai uitgevoerde jubileumboek in ontvangst. Bij het doorbladeren is de eerste conclusie: monnikenwerk van Hans Kaal. Oranjeverenigingen hebben veel kwaliteiten, maar 130 jaar lang alle notulen, programma’s en dergelijke bijhouden hoort daar niet toe.
* Binnentuin Het Loo: Maaike, de winnares van de dichtwedstrijd voor scholieren, wordt ondervraagd door collega van De Stentor
Het eerste hoofdstuk is vanuit historisch perspectief misschien wel meteen het meest interessant. Het feestje op Het Loo op 31 augustus 1881 wordt niet direct herhaald, dat gebeurt pas een paar jaar later. In 1889 is er al een ‘Prinsessedag’, een nationale feestdag die daarna moeiteloos overgaat in Koninginnedag. Met optocht, vuurwerk, erebogen, draaimolens (!) en in Apeldoorn een ringrijderij.
De koningin luistert geamuseerd naar de hier en daar wat uitgesponnen en hoogdravende toespraakjes – vooral Michiel Zonnevylle van de Bond van Oranjeverenigingen is niet te volgen in zijn verhandeling over het oranjegevoel – maar Sybrand van Haersma Buma maakt met zijn persoonlijk relaas veel goed.
Na afloop krijgt Beatrix nog een paar leuke stukken uit haar eigen Huisarchief te zien die verband houden met de Apeldoornse Koninginnedagvieringen. Conservator Paul Rem wijst op een papieren punthoedje (model puntzak) met de letter ‘W’. Volgens hem is zoiets ook nu nog te gebruiken. ,,Maar dan natuurlijk met een ander monogram”. En Rem weet ook nog een ander gebruik voor het hoedje: ,,ook te gebruiken als patatzak.”
Tsja. Frites met Beatrix’ monogram: Paul Rem kan zijn lintje in de Huisorde nu wel vergeten. © HJ
Reacties