Tsaar Simeon II van de Bulgaren is vrijdag tachtig jaar geworden. De afgelopen dagen is daar in Bulgarije al op verschillende manieren bij stil gestaan. Vijf jaar geleden had deze verslaggever in Sofia een uitgebreid interview met de tsaar/koning, die eerder de ongebruikelijke stap nam om premier te worden van het land dat hem en zijn familie in 1946 had verdreven. Sinds het gesprek is Simeons oudste zoon Kardam overleden.
,,Heel mijn leven had ik mij op een andere taak voorbereid, ik wilde geen premier worden”, zegt Simeon (75) in de goed verscholen koninklijke residentie Vrana aan de rand van Sofia. ,,Maar toen ik in 2001 de verkiezingen won, was het niet correct om een ander het werk te laten opknappen en als een soort goeroe vanaf de zijkant toe te kijken. Ik moest in het diepe springen en ik heb daar persoonlijk een zware prijs voor moeten betalen.”
,,De verwachtingen waren hoog gespannen, misschien wel te hoog gespannen”, verzucht de koning. ,,Er waren mensen die van mij verwachtten dat ik zou afrekenen met het vorige bewind, dat ik wraak zou nemen en zaken recht zou zetten, maar dat is niet mijn stijl. Met dialoog los je meer op, ik laat me niet leiden door emoties.”
Het unieke experiment duurde maar vier jaar en daarna kon hij met zijn politieke beweging nog een regeringsperiode meeregeren. Het hoofddoel werd bereikt: lidmaatschap van de Europese Unie (2007). Toetreding tot de NAVO, die eveneens in die tijd een feit werd, had voor hem geen prioriteit. ,,Bulgarije was lid geweest van het Warschaupact, een zeer actief lid zelfs. Dan is het ongeloofwaardig als we opeens enthousiast de NAVO omarmen”, verklaart Simeon zijn niet door iedereen begrepen houding.
Hij ontvangt in 'de witte salon'. ,,Die naam heb ik er maar aan gegeven omdat de communisten al het houtwerk van de meubels wit hebben geverfd”, zegt hij. Zijn sober ingerichte woning is meer villa dan paleis. Simeon onderbreekt het gesprek even om zijn in Marokko verblijvende dochter Kalina te bellen en om een fotoboek te pakken dat vijf jaar geleden ter gelegenheid van zijn zeventigste verjaardag is verschenen. ,,Dit geeft een goed beeld van mijn leven”, beveelt hij het lijvige werk aan.
Voor de levensgeschiedenis van de koning-premier zijn ook wel een paar pagina’s nodig. Volgend jaar (2013) is het precies zeventig jaar geleden dat hij op zesjarige leeftijd op de troon kwam door de plotselinge dood van zijn vader, tsaar Boris III. Die was net enkele dagen terug van een onaangenaam bezoek aan nazi-Duitsland, waar Adolf Hitler de Bulgaarse koning flink de mantel had uitgeveegd.
,,Mijn vader was gezond, vlak voor zijn dood is hij nog gaan klimmen in de bergen. Uiteraard werd gedacht dat hij is vergiftigd”, zegt Simeon. ,,De vraag is wie er baat had bij zijn dood. We weten niet wat er is gebeurd en kunnen het niet meer achterhalen.” Hij heeft het verhaal de afgelopen jaren al vaak moeten vertellen. Er was hoop dat de opening van de archieven in Duitsland, de Verenigde Staten en op het laatst ook Rusland het mysterie zou oplossen. ,,Maar ook daar hebben we niets gevonden.”
Het hart van de koning vertoonde sporen van een hartaanval, maar er valt niet meer vast te stellen of er vuil spel aan vooraf is gegaan. De stoffelijke resten van Boris III zijn kort na de communistische machtsovername in 1946 opgegraven en spoorloos verdwenen.
,,In 1993 was er nog een handvol soldaten in leven die daaraan hadden meegewerkt, maar zelfs zoveel jaren later wilden ze er niets over vertellen. Het doet pijn niet te weten waar de resten zijn gebleven en niet te weten wat er is gebeurd”, zegt Simeon gelaten. Zijn moeder Ioanna, van oorsprong een Italiaanse prinses, is begraven in Assisi. ,,Daar is ze getrouwd, daar voelde ze zich thuis en als katholiek mocht ze ook niet worden bijgezet in het orthodoxe klooster in Rila waar het hart van mijn vader zich bevindt.”
Het koningschap van de kleuter duurde maar kort. De Sovjets bezetten Bulgarije, bondgenoot van de Duitsers, ondanks traineren van Boris, aan het einde van de Tweede Wereldoorlog, ze vermoordden de regenten en dreven de koninklijke familie het land uit. ,,Ik heb vijftig jaar min drie maanden in ballingschap in het buitenland gewoond”, vertelt Simeon. Hij kwam na tal van omzwervingen uiteindelijk in Spanje terecht en leerde en passant zeven talen min of meer vloeiend spreken. Die vaardigheid kwam hem later bij het premierschap goed van pas. ,,Ik kon met bijna iedereen zonder tolk praten. Dat maakte het contact persoonlijker en beter.”
Simeon herinnert zich een EU-bijeenkomst in Italië. Hij hoorde toespraak na toespraak aan om zijn koptelefoon voor de simultaanvertaling pas op te zetten toen de Poolse premier aan het woord kwam. ,,Even later kreeg ik een briefje toegeschoven van de Italiaanse premier Silvio Berlusconi: ‘eindelijk een taal die je niet kent’ stond daar op.”
In de jaren van ballingschap hield Simeon zijn vaderland in gedachten. ,,Er was altijd wel een vorm van contact, ik ben me altijd voor Bulgarije blijven inzetten. Ik had ook een abonnement op drie kranten, die ik via München ontving. Taaie kost was dat. Er gebeurde nooit wat in Bulgarije. In de pers stonden alleen communiqués. Dan besef je ook hoe geïsoleerd onze mensen al die jaren onder het communistische bewind hebben geleefd. Dat poets je niet zo maar weg. Je wordt van een totalitaire staat niet zomaar een democratie. Niemand die een kant-en-klaar recept had om die overgang foutloos te maken.”
Simeon verwachtte niet dat hij nog eens zou kunnen terugkeren naar Bulgarije. ,,Ik dacht dat het Sovjetrijk mij zou overleven”, zegt hij. Van zijn vijf kinderen verlangde hij daarom niet dat ze Bulgaars leerden. ,,Twee spreken het een beetje, toen de omwenteling kwam, hadden ze al hun eigen carrière. Ik had gehoopt ze meer bij Bulgarije te betrekken, maar toen ik premier werd, heb ik ze gevraagd om weg te blijven. Mijn tegenstanders gebruikten hun aanwezigheid om te beweren dat ik uit was op herstel van de monarchie.”
Simeon, die voor zijn politieke leven de achternaam Sakskoburggotski aannam, wilde met zijn westerse achtergrond en contacten conform zijn motto ‘plicht boven alles’ Bulgarije uit zijn isolement halen en bij Europa betrekken. ,,Wie had in 1989 kunnen denken dat we ooit lid zouden zijn van de EU?”, zegt hij. Zijn instelling is steeds geweest dat niet het herstel van het koningschap telde, maar alleen de positie van Bulgarije. Die tegelijk pragmatische en naïeve benadering door de koning-premier werd maar matig begrepen.
,,Ik kreeg veel weerstand”, geeft hij toe, ook op persoonlijk vlak. Zo staat de teruggave van het koninklijk privébezit weer ter discussie, tot groot verdriet en ergernis van Simeon. ,,Mijn moeder heeft van de communisten een lijstje gekregen met alle eigendommen die ze in beslag hadden genomen. Het hooggerechtshof heeft vijftig jaar later bevestigd dat 'de burger Simeon’ dat terug moest krijgen en nu is er een moratorium ingesteld op het teruggegeven land en de paleizen. Dat privébezit ter discussie wordt gesteld is vreemd en kwalijk”, aldus de verongelijkte koning. Hij rekent de problemen als onderdeel van de prijs die hij heeft moeten betalen voor zijn premierschap.
Er is nog een andere last die hij moet dragen, al is hij terughoudend over het onderwerp. Oudste zoon kroonprins Kardam (49) raakte in 2008 betrokken bij een ernstig auto-ongeluk en ligt ondanks eerdere tekenen van herstel nog steeds in coma, in Madrid. ,,Dat is een kruis dat we moeten dragen.” Het heeft Simeon dichter bij koningin Beatrix gebracht, wier zoon Friso sinds februari in coma ligt, in Londen. ,,Ik heb er vorige week nog met Laurentien over gesproken toen ze hier op bezoek was. Het is zwaar, maar zo is het leven.”
Levensloop
Simeon Borisov van Saksen-Coburg en Gotha is geboren op 16 juni 1937. Bij het overlijden van zijn vader tsaar Boris III wordt hij op 28 augustus 1943 koning der Bulgaren, onder regentschap van o.a. zijn oom. Op 16 september 1946 wordt Simeon met zijn familie door het nieuwe communistische bewind het land uitgezet. Hij doet geen afstand van de troon.
Op 16 juni 1955 in ballingschap in Madrid aanvaardt Simeon II op zijn achttiende verjaardag formeel de troon. Hij huwt in 1962 Doña Margarita Gómez-Acebo y Cejuela. Het paar krijgt vijf kinderen. De oudste zoon Kardam (49) ligt in coma na een auto-ongeluk in 2008 (en overlijdt op 7 april 2015).
Na de val van het communisme krijgt Simeon in 1990 weer een Bulgaars paspoort, in mei 1996 keert hij voor het eerst terug. Simeon wint in 2001 met zijn Nationale Beweging Simeon II de parlementsverkiezingen en wordt vier jaar premier. In 2009 krijgt zijn partij nog maar drie procent van de stemmen. Simeon trekt zich terug uit de politiek. Bij de viering van het diamanten regeringsjubileum van koningin Elizabeth in juni 2012 zit Simeon op een ereplaats, naast de Britse vorstin. De placering is op volgorde van troonsbestijging.
© RB Hans Jacobs
Reacties