Wraak, afgunst en haat leiden nooit tot wijze besluiten. Dat blijkt deze dagen opnieuw in Bulgarije, waar de regering maar geen stappen onderneemt om de teruggave te regelen van de bezittingen van koning Simeon II en zijn zus Maria Louise. Integendeel. Vorige week heeft de rechtbank in Sofia geoordeeld dat het Vrana-paleis eerder ten ontrechte is teruggeven, en dat Simeon het moet ontruimen.
Wat er in Bulgarije speelt is niet in een paar regels uit te leggen. Bulgarije was tot 1946 een koninkrijk, met de toen negenjarige Simeon als koning. Dat was hij geworden op 28 augustus 1943 toen zijn vader Boris III onder nooit geheel opgehelderde omstandigheden overleed. Simeon en de koninklijke familie – zijn oom prins-regent Kyril was door de communisten dood geschoten – moest het land verlaten. Alle koninklijke bezittingen werden genationaliseerd.
TERZIJDE: De kapel waarin de stoffelijke resten van Boris III waren begraven, werd door het bewind opgeblazen. Wat er daarna met de resten is gebeurd, is niet bekend. Alleen het apart begraven hart is na de val van het communisme teruggevonden en herbegraven in het Rila klooster, waar Boris na zijn overlijden en voor de communistische machtovername oorspronkelijk ook was bijgezet. Vorige week was daar dan ook een herdenking voor Boris – in aanwezigheid van Simeon en zijn vrouw Margarita.
Simeon had, zo zei hij in 2012 in een interview met deze verslaggever in het Vrana-paleis, er nooit op gerekend dat hij het communistische bewind in zijn vaderland zou overleven. Dat was ook een reden om zijn vijf in Spanje geboren kinderen geen Bulgaars te laten leren. Met Engels, Frans en Spaans beschikten ze al over genoeg taalkennis.
De koning – hij is nooit afgetreden – was altijd contact blijven houden met Bulgarije, en hij kreeg in 1990 zijn paspoort terug. Onder grote belangstelling keerde hij in 1996 voor het eerst terug, na een ballingschap van 50 jaar minus drie maanden. Simeon maakte zich zorgen over de stilstand in de post-communistische Bulgaarse samenleving en dacht het land vooruit te kunnen helpen.
Hij stichtte de Nationale Beweging Simeon II, die in 2001 de parlementsverkiezingen won. De koning – de Bulgaren gebruiken liever 'tsaar' – werd premier en daarmee begon ook depersoonlijke ellende. ,,Er was veel weerstand”, zei Simeon zes jaar geleden met enig eufemisme.
TERZIJDE: Bulgarije kreeg in 1992 een vrij liberale wet die de teruggave regelde van na de communistische machtsovername in beslag genomen bezittingen, met name huizen en grond. Ook de koninklijke familie kwam daarvoor in aanmerking en eind jaren negentig kregen Simeon en zijn zus, een aantal stukken land en paleizen, waaronder ook het door hun grootvader koning Ferdinand gebouwde Vrana terug. De koning kon tal van papieren, contracten en documenten overleggen, hoewel dat volgens de wet op teruggave eigenlijk niet nodig was.
Simeon kon als premier het schip van staat maar moeilijk in beweging krijgen, laat staan van koers doen veranderen. Zijn beweging regeerde ook in de periode 2005-2009 nog mee, maar verdween toen van het toneel en de oppositie die de koning al acht jaar zwart had gemaakt, greep zijn kans.
Er werd een moratorium afgekondigd op het gebruik van de teruggeven koninklijke bezittingen, waaronder ook bossen waren. Er moest eerst een wet komen speciaal voor de teruggave van koninklijk bezit – die toen dus al zo'n tien jaar een feit was. En nu, bijna tien jaar later is die wet er nog steeds niet.
Simeon kan dus niets doen met wat volgens een eerdere uitspraak van het Grondwettelijk Hof van hem is, en hetzelfde Hof kan nu niets bepalen omdat er eerst een wet moet komen. Eerder dit jaar heeft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens een klacht van de koning ontvankelijk verklaard.
Een uitspraak is er nog niet. Volgens dezelfde lijn is ook het eigendom van Vrana in twijfel getrokken en vorige week dus illegaal verklaard. Er was zelfs geëist dat Simeon zou betalen voor de bijna twintig jaar dat hij Vrana heeft gebruikt.
TERZIJDE: Griekenland is op eenzelfde manier omgesprongen met de bezittingen van de koninklijke familie. Het Tatoi-paleis staat er desolaat bij. Plannen om er een museum van te maken zijn nooit uitgevoerd en van teruggave kon geen sprake zijn. Sterker nog: toen het Europees Hof de regering opdracht gaf om koning Constantijn zijn bezit terug te geven of schadeloos te stellen, werd tot dat laatste besloten. En om minachting voor de koning te tonen werd de uitkering gedaan uit het Rampenfonds. Griekenland had het geld in kas kunnen houden door gewoon het paleis terug te geven.
In Bulgarije lijkt het handelen van de regering ook ingegeven door afgunst en wraak. Simeon kan eigendomspapieren overleggen, terwijl de staat op geen enkele manier aantonen dat bijvoorbeeld Vrana is bekostigd vanuit de staatskas, of ooit van de staat is geweest. Vrana werd ook door het communistische regime gezien als koninklijk bezit en staat vermeld op het lijstje van in beslag genomen goederen die Simeon's moeder voor de ballingschap ontving.
Koning Simeon (81) is ten einde raad. Het gaat hem, zo liet hij deze week nog eens weten, niet eens zo zeer om het bezit van het paleis, als wel om de rechtsbeginselen. Privébezit kan in een rechtsstaat niet zo maar worden afgepakt en ook de koning heeft recht op privébezit. Als van hem zo maar iets kan worden afgepakt, dan kan dat 'gewone' Bulgaren ook overkomen. Simeon heeft vorige week gezegd dat de nieuwe inbeslagname van het paleis – want dat is het natuurlijk – leidt tot zijn nieuwe, tweede ballingschap.
Vraag is of de regering over de eigen schaduw kan heenstappen.
Zie ook: Plicht boven alles, een gesprek met koning Simeon
© RB Hans Jacobs; Beeld: RB Archief, sociale media
TERZIJDE: Simeon Borisov van Saksen-Coburg en Gotha is geboren op 16 juni 1937. Bij het overlijden van zijn vader tsaar Boris III wordt hij op 28 augustus 1943 koning der Bulgaren, onder regentschap van o.a. zijn oom. Op 16 september 1946 wordt Simeon met zijn familie door het nieuwe communistische bewind het land uitgezet. Hij doet geen afstand van de troon. Op 16 juni 1955 in aanvaardt Simeon II op zijn achttiende verjaardag formeel de troon. Hij huwt in 1962 Doña Margarita Gómez-Acebo y Cejuela. Het paar krijgt vijf kinderen. De oudste zoon kroonprins Kardam overlijdt in 2015 aan de gevolgen van een zwaar auto-ongeluk uit 2008.
Reacties