Prinses Beatrix heeft er zichtbaar plezier in. Dat bleek donderdag op de eerste volle dag van haar verblijf op Bonaire. Ze bezocht het hoofdkantoor van natuurorganisatie STINAPA, ging als beschermvrouw van de Nederlandse tak van Unicef naar het Kolegio Strea Briante, en woonde een symposium bij over het conflict tussen economie en natuur.
Het schoolbezoek was bijzonder. Centraal stond een ontmoeting met de kinderen die een film hadden gemaakt die bekroond is met de eerste prijs bij het Dutch Caribbean Kinderrechten Filmfestival. Beatrix bekeek de film en ging uitgebreid in gesprek met de jonge scholieren die ze uitvoerig prees voor hun prestaties. De film kreeg in Nederland een publieksprijs.
De kinderen, die niet allemaal het Nederlands machtig waren - Beatrix verzuchtte dat ze misschien toch maar eens Papiamentu moest leren, al was ze daarvoor wellicht een beetje te oud - waren vooral blij dat de bekroonde film ze van een stigma had ontdaan.
Ze zitten dan wel op een school voor speciaal onderwijs, maar dat wilde niet zeggen dat ze niet tot goede prestaties in staat waren. De verkregen erkenning betekende veel, en het bezoek van de prinses voegde daar weer een nieuw element aan toe.
Wat Beatrix later op de dag te horen kreeg op het symposium stemde niet vrolijk. Eigenlijk staat de natuur en dan met name het koraalrif van Bonaire aan de rand van de afgrond en er is weinig nodig om over de rand te vallen.
Bij voortgaand beleid - waarbij de economie steevast wint van de natuur - is het rif binnen twintig jaar verdwenen. Een Deltaplan kan nog enige redding brengen, maar dan moet er wel gisteren worden begonnen.
De prinses gaat vrijdag naar het nationale park Washington Slagbaai, dat een veilige leefomgeving biedt aan inheemse beschermde diersoorten.
© RB Hans Jacobs
Reacties