Was er dit jaar op Koningsdag sprake van extra veiligheidsintructies of van een hogere inschaling van het veiligheidsrisico? Het kwam zaterdag tot een discussie tussen de koninklijke beveiligers (DKDB) en de Rijksvoorlichtingsdienst (RVD). Dit omdat de persgroep die de koninklijke familie op de route door de stad volgt, op grotere afstand werd gehouden dan gebruikelijk. Daardoor was het moeilijk om nog iets mee te krijgen van de koninklijke activiteiten.
De RVD wilde de meelopende verslaggevers wat dichter bij de Oranjes laten komen, maar de voor hun veiligheid verantwoordelijke DKDB was onverzettelijk. De afstand tot de in de achterhoede handen schuddende prinsen en prinsessen moest royaal blijven. Dat de media daardoor het zicht op de kopgroep met het koninklijk gezin moest missen, was geen argument van de beleidslijn af te wijken.
[Het zicht vanuit de volggroep]
Elk jaar mag een selecte, maar wel steeds groter wordende groep verslaggevers achter de koninklijke familie aanlopen. Het idee is dat de pers op die manier beter verslag kan doen van de gebeurtenissen op de nationale feestdag. In de praktijk echter valt dat niet altijd mee omdat de gouden regel is dat de groep achter de hekkesluiters van de Oranjes blijft.
[Het zicht vanuit de volggroep. Zoek de koning]
Dat betekent dat de voor selfies poserende prinsen Constantijn en Maurits volop in beeld komen en de rest van de familie alleen op een plein, wanneer er meer overzicht is. Dat probleem is niet nieuw en in achtereenvolgende jaren werd er verschillend mee omgegaan.
Tien jaar geleden in Apeldoorn werd begonnen om journalisten om beurten naar voren te halen, zodat ze van dichtbij konden meekijken en luisteren bij de activiteiten van prinsen en prinsessen. Beveiligers moedigden dan zelfs aan om nog wat dichterbij te gaan. Maar dan deed je dan niet om het publiek niet te hinderen.
Ook werd de afgelopen jaren het inhaalverbod soepeler gehanteerd omdat de media anders teveel van het programma zouden missen. Met creatief passen en meten werd ruimte gelaten voor de rode lantaarndragers van de familie, maar tegelijkertijd kwam de koning ook weer in zicht. Vorig jaar in Groningen werkte dat goed.
[Het zicht vanuit de volggroep]
In Amersfoort was er echter geen enkele soepelheid. Pas als prinses Laurentien of prins Pieter-Christiaan de laatste handen hadden geschud, kreeg de persgroep van de DKDB toestemming in beweging te komen. Pleidooien van medewerkers van de RVD waren aan dovemansoren gericht. Ook bij het tussentijds even meenemen van verslaggevers moest er veel meer afstand worden bewaard dan gebruikelijk en viel er weinig of niet mee te luisteren.
Dat was nog eens extra vervelend omdat de televisiecollega's meer vrijheid hadden gekregen en ook de mogelijkheid hadden leden van de koninklijke familie onderweg vragen te stellen. Dat maakte het meelopen tot een vrij zinloze exercitie.
De pers is dan precies zoals de gemeente Amersfoort aangaf op het accreditatiebewijs slechts 'crew'. Onderdeel van een gelikte show, in plaats van waarnemers van een volksfeest met de koninklijke familie.
Een slechte ontwikkeling.
© RB HJ
PS
Het meelopen is een gunst en gedeeltelijk ook een keuze. Vanuit de persvakken is slechts een momentopname te maken en achter het publiek meelopen is vanwege de afsluitingen en veiligheidscordons en de grote publieke belangstelling ook geen optie. Eigenlijk zie je het op televisie (foto boven) nog het beste, maar dat is een laffe keuze voor een verslaggever.
Ten tijde van koningin Beatrix was het 'probleem' van de achterblijvers er ook al, zeker wanneer er door smalle straten van een dorp of historische binnenstad werd gewandeld. Dan strekte het lint van Oranjes zich over een flinke afstand uit en kwam de begeleidende hofdame Van Karnebeek poolshoogte nemen: ,,De koningin zoekt haar familie."
De persgroep vroeg zich dan af of de koningin nog wel in het dorp was of al met de bus naar de volgende halteplaats was vertrokken.
Reacties