De Tweede Kamer voert woensdagavond met minister-president Mark Rutte de rituele dans uit rond de begroting van het koningshuis. Die is in 2008 nog eens toekomstbestendig gemaakt om te voorkomen dat er elk jaar discussie zou ontstaan over de uitgaven voor de monarchie en het inkomen van de koning en een aantal familieleden. Maar die exercitie onder aanvoering van oud-minister van Financiën Gerrit Zalm heeft dat debat niet kunnen stoppen. Integendeel. Ook nu worden transparantie en hoogte van de begroting aan de orde gesteld.
De Tweede Kamer heeft dinsdag een helpende hand gekregen van hoogleraar staatsrecht Paul Bovend'Eert die in zijn nieuwe boek 'De Koning en de monarchie' onder meer betoogt dat juist ten aanzien van het koninklijke huishoudboekje ingrijpende wijzigingen nodig zijn om het geheel toekomstbestendig te maken en de jaarlijkse polemiek te voorkomen. Zijn voorstellen: breng alles onder één begroting, organiseer het als elke andere overheidsdienst, maak duidelijk waar het geld aan wordt uitgegeven, geef de koning een salaris en laat hem gewoon belasting betalen.
Verschillende partijen roepen hier ook al jaren om, maar hebben zich weer net zo vaak laten afpoeieren door de minister-president van dienst. Het bouwwerk klopte toch, de regeling was nu eenmaal zo afgesproken en de belasting betalen had geen zin want dan moest de uitkering aan de koning met datzelfde bedrag worden verhoogd, aldus het verweer van de regering.
,,Niet overtuigend”, noemde Bovend'Eert die laatste uitvlucht. ,,Dat kun je dan van alle wel belasting betalende ambtenaren en publieke ambtsdragers zeggen. Ook voor hen geldt dat met de ene hand door de overheid wordt gegeven en met de andere genomen.” De redenering dat bij de koning kosten van privé en functie door elkaar lopen en er daarom geen goede scheiding en uitsplitsing is te maken, vindt Bovend'Eert ook onzin. ,,Alle functionele kosten worden al gedekt.”
Hij is voorstander van een gewoon salaris voor het staatshoofd, waarbij ook de hoogte – nu bijna een miljoen euro – ter discussie kan worden gesteld. Ook voor de andere leden van het Koninklijk Huis die geld ontvangen (Máxima, Beatrix) of straks krijgen (Amalia) had hij andere oplossingen die de Staat minder kosten en het geheel overzichtelijk maken. Wat dat betreft kan de Kamer de bal bij de begrotingsbehandeling zo inkoppen.
Dan hoeven de Kamerleden Joost Sneller (D66) en Attje Kuiken (PvdA) ook niet te wanhopen dat hun aansporingen om meer toezicht op het deel van de uitkering van de koning dat gaat over persoonlijke- en materiële uitgaven weer door Rutte wordt genegeerd. Ook het debat over de hoogte van de toelage aan Amalia, die volgend jaar december ingaat, kan dan achterwege blijven omdat ze pas geld krijgt wanneer ze daadwerkelijk aan de slag gaat voor het Koninklijk Huis.
Om de Nederlandse monarchie toekomstbestendig te maken zijn enkele ingrijpende aanpassingen nodig. Dat betoogt professor Paul Bovend'Eert in het dinsdag gepresenteerde boek 'De Koning en de monarchie. Toekomstbestendig?'
De koning moet niet langer lid zijn van de regering, zijn voorzitterschap van de Raad van State moet vervallen, de financiering van het koningshuis dient anders te worden geregeld, waarbij ook de belastingvrijdom wordt geschrapt, en het aantal leden van het Koninklijk Huis kan worden beperkt, stelt Bovend'Eert in de conclusies van zijn boek.
Alleen koning, koningin en toekomstig troonopvolger moeten daar nog deel van uitmaken. Aan de ministeriële verantwoordelijk voor de laatste twee kan wat hem betreft ook het een en ander verbeteren. De praktijk heeft geleerd dat politiek Den Haag heel terughoudend is aangaande verandering of bijstelling van regelingen over het koningschap en de monarchie.
Meestal gebeurt dat met het argument dat er geen problemen zijn, maar de hoogleraar staatsrecht aan de Radboud Universiteit, ziet voldoende ruimte voor verbetering en verduidelijking. Door de koning uit de regering te halen en zijn bevoegdheid te schrappen om regeringsbesluiten en wetten te tekenen is duidelijk dat hij slechts staatshoofd is, en geen beslissingsmacht heeft.
Volgens Bovend'Eert is de rol van staatshoofd eigenlijk al de hoofdfunctie van de koning geworden, waarbij het wel van essentieel belang is dat hij zich naar buiten ,,volledig richt naar het door de ministers vastgestelde regeringsbeleid. Voor een eigen invulling van bijvoorbeeld het buitenlandse beleid is geen ruimte meer.”
Hij stelt ook voor dat de ministeriële verantwoordelijkheid nadrukkelijk wordt uitgebreid naar sleutelbenoemingen in de hofhouding. ,,Het ligt voor de hand dat de minister-president zeggenschap heeft bij de belangrijkste benoemingen in de hofhouding”, aldus Bovend'Eert.
Bovend'Eert heeft zich ook gebogen over beëindiging van het koningschap en vindt dat in de Grondswet een bepaling moet worden opgenomen dat de Staten-Generaal de koning kunnen ontslaan ,,bijvoorbeeld indien de koning ernstig wangedrag vertoont of een ernstig conflict tussen het staatshoofd en de ministers optreedt.”
De Grondwet kan ook zonder de bepaling dat wanneer er geen erfopvolgers meer zijn in het huis Oranje-Nassau er gezocht zal worden naar een nieuw koningshuis. ,,Op zoek gaan naar een nieuw koningshuis is in de 21e eeuw geen serieuze optie meer. Zo'n zoektocht zou vooral curieus en lachwekkend zijn”, aldus de hoogleraar. In dat geval is het logisch de overstap te maken naar een republiek met een gekozen of benoemde president.
© RB Hans Jacobs; Beeld: RVD (diversen), Screenshots
Reacties