Uit kringen rond het Koninklijk Huis - dat zijn nogal wat mensen - zou "beweerderlijk" (wat een woord) een poging zijn gedaan invloed uit te oefenen op het onderzoek naar de van oorsprong Argentijnse oud-Transavia-piloot Julio Poch.
Enig bewijs daarvoor is niet gevonden en wie het zou zijn geweest, is ook niet bekend. Maar in Den Haag is de nodige commotie ontstaan. Terecht, als er een grond van waarheid is voor de bewering.
Maandag verscheen een onderzoeksrapport waartoe minister Ferd Grapperhaus in 2019 opdracht had gegeven. Vraag was onder meer of er destijds zorgvuldig en juist is gehandeld inzake Poch, die vlak voor zijn afzwaaien in Spanje werd opgepakt en aan Argentinië werd overgedragen.
Hij werd ervan verdacht deel te hebben genomen aan de zogenoemde 'dodenvluchten' (vuelos de la muerte), waarbij het toenmalige Argentijnse militaire regime (vermeende) tegenstanders vanuit vliegtuigen in de Rio de la Plata-rivier of in zee liet gooien. Het rapport meldt dat er aangaande de behandeling van zijn zaak ,,zorgvuldig" zou zijn gehandeld, een lezing die Julio Poch en zijn advocaat Gert-Jan Knoops overigens bestrijden.
Immers: Poch was Nederlands staatsburger en werd in feite via een truc en een omweg uitgeleverd aan Argentinië. Hij zat daar acht jaar lang in voorarrest, maar werd uiteindelijk vrijgesproken. Er was een dilemma schrijft NOS-verslaggever Bas Haan: De vraag was: helpen we de Argentijnen met het risico het verwijt te krijgen dat we een Nederlands staatsburger niet beschermen? Of helpen we de Argentijnen niet, met het risico het verwijt te krijgen een oorlogsmisdadiger te beschermen?
In het rapport kwam een passage naar voren die meteen alle aandacht trok: een telefoontje van een onbekende vrouw dat in 2007 binnenkwam bij de Nederlandse vertegenwoordiger van Eurojust, Roelof Jan Manschot. Die werd overvallen met de vraag of de zaak rond Poch nu nodig was, omdat het ,,zo pijnlijk" zou zijn voor prinses Máxima. Veel meer kon Manschot zich ook niet herinneren, ook niet namens wie de dame sprak.
Het leek eigen initiatief en de commissie kon er verder niks over vinden.
De Rijksvoorlichtingsdienst kwam met een korte verklaring: ,,Er wordt een voorval genoemd dat mogelijk wees op een rol van het Koninklijk Huis is onderzocht en daar is niets uitgekomen. Er wordt een telefoongesprek beschreven, maar daarvan is niet bevestigd dat het afkomstig was uit kringen van het Koninklijk Huis of kringen daarom heen. In elk geval heeft dat geen gevolgen gekregen.
De commissie heeft de interventiepoging voorgelegd aan het Kabinet van de Koning. De directeur van het Kabinet van de Koning is dit op verzoek van de commissie nagegaan en heeft navraag gedaan. Dat heeft niets opgeleverd. In databases, gespreksnotities en agenda’s uit de periode 2001-2011 is niets gevonden.
Daarnaast heeft hij mensen gesproken die, als zo’n telefoontje er zou zijn geweest, mogelijk betrokken zouden kunnen zijn. Mensen die destijds bij de Dienst Koninklijk Huis werkten, maar ook de koning, koningin Máxima en prinses Beatrix. Allen hebben aangegeven dat hen niets bijstaat van een dergelijke interventiepoging."
Maar het is natuurlijk curieus - en het is niet onmogelijk dat iemand 'namens' heeft gebeld. Manschot had geen aantekeningen gemaakt (ook curieus, als je zo'n gesprek krijgt!, hj) en de Tweede Kamer wil er meteen over gaan praten. De cynicus zou zeggen: eindelijk weer eens wat anders dan 'corona'.
Waarom 'kringen rond het Koninklijk Huis' tussenbeide wilden komen, is niet zo helder. Máxima was in 2007 al aardig 'ingeburgerd', was het jaar daarvoor zelfs met haar schoonmoeder koningin Beatrix op staatsbezoek geweest in haar geboorteland. Er was weliswaar nog altijd discussie over de rol van Máxima's vader Jorge Zorreguieta als onderminister tijdens het bewind van de junta, maar het simpele feit dat die misdaden weer in de aandacht zouden komen vanwege Poch, had toch weinig van doen met Máxima.
© RB; Bronnen: NOS, ANP, RVD
Reacties