'Om de liefde, voor de troon' is een boek waar deze verslaggever de afgelopen maanden zeer naar uit heeft gekeken. De wortels voor de eigen belangstelling voor 'koninklijke zaken' en de daaruit voortvloeiende werkzaamheden liggen bij de 'zaak-Irene': de woelige eerste maanden van 1964 toen prinses Irene zich eerst wel, toen niet en daarna weer wel verloofde met een prins van Bourbon-Parma. Het boek is inmiddels binnen en ook al gelezen.
Het oordeel moet nog op papier worden gezet. Maar hierbij de enigszins geredigeerde aanprijzing door uitgeverij Balans, die bijvoorbeeld spreekt van 'het nooit eerder vertelde verhaal'.
Zie ook: Prinses Irene huwde in 1964 in Rome
In de boekenkast staat een pocket uit 1964 waarin de hoofdlijnen van de zaak al werden samengevat, al was dat uiteraard zonder de huidige kennis van archieven, notulen en de talrijke interviews die met name prinses Irene in de jaren erna heeft gegeven. Het boek is dus vollediger, en kan afstand nemen, maar 'nooit eerder verteld?' Hmm.
In ‘Om de liefde, voor de troon’ vertelt historica Daniela Hooghiemstra het [nooit eerder vertelde] verhaal van prinses Irene en prins Carlos Hugo van Bourbon-Parma, die in de jaren zestig en zeventig probeerden om koning en koningin van Spanje te worden.
Carlos Hugo zocht een koninklijke echtgenote om zijn carlistische claim op de troon te verwezenlijken. Als het jongere zusje van troonopvolgster Beatrix zag Irene in de avontuurlijke erfgenaam van de eeuwenoude katholieke dynastie een uitweg uit het benauwende Soestdijk. Toen bekend werd dat zij zich als eerste prinses in de geschiedenis van het huis van Oranje bekeerd had tot het katholicisme, was dat een steen in de vijver van het tot dan toe verzuilde Nederland.
Voor het eerst in de geschiedenis had een publiek gevecht plaats tussen ministers en koningshuis, waar parlement en pers bovenop zaten. Mede op basis van nooit eerder geraadpleegde archiefstukken beschrijft Hooghiemstra hoe Irene, op zoek naar vrijheid, werd meegesleept in een ouderwetse, dynastieke strijd.
De Spaanse dictator Francisco Franco had beloofd dat er na zijn dood weer een koning zou komen. De vraag was alleen wélke. Als vertegenwoordiger van de ‘carlistische’ tak van het huis van Bourbon was de in Frankrijk geboren Carlos Hugo een van de kandidaten. Zijn belangrijkste tegenstander was prins Juan Carlos van Borbon, kleinzoon van de in ballingschap vertrokken laatste koning van Spanje.
.
Carlos Hugo en Irene ambieerden een oude troon in een nieuwe wereld. Hun idealen waren groot, maar de spelregels waren nieuw, het verleden woog zwaar en de werkelijkheid was hard. Het huis Bourbon-Parma raakte door de politieke tegenstellingen verscheurd en het huwelijk van Irene en Carlos Hugo strandde. De Spaanse troon zou Irene niet vinden, maar wie ze wel ontdekte, was zichzelf.
© RB Hans Jacobs; Bron: Balans
Reacties