Achter de schermen van Koningsdag - dinsdag door het koninklijk gezin in Eindhoven gevierd - is deze dagen veel te doen over de toegang van de media. Of het gebrek aan toegang. Het Genootschap van Hoofdredacteuren is zelfs in actie gekomen om te zorgen dat ook schrijvende verslaggevers een plekje krijgen bij dit tegenwoordig 'made for TV'-evenement.
Of de schrijver daar veel aan heeft, valt te betwijfelen. Het volgen van Koningsdag was ook vóór corona al een kwestie van voor spek en bonen achter de Oranjes aanlopen en tegen een muur van beveiligers aankijken.
Deze verslaggever schreef daar een column over na afloop van de laatste 'normale' editie van Koningsdag, toen de familie in Amersfoort was. Nu het koninklijk gezin voor de viering voornamelijk in een studio verblijft, is het er dus zeker niet beter op geworden.
'Het was een mooie dag! Heb jij het ook goed gehad?'
Zomaar een bericht op mijn telefoon van een van de koninklijke deelnemers aan de wandeling door Amersfoort op Koningsdag. Het was vrolijk, het was gezellig, het bleef droog en er zijn duizenden selfies gemaakt en nog meer handen geschud.
De burgemeester was blij en tevreden, zo zei ook hij ook na afloop. Hij had zijn stad goed op de kaart gezet en de jarige koning Willem-Alexander had het 'fantastisch' gevonden. Waarom was ik dan helemaal niet tevreden?
Misschien moet ik daarvoor een kijkje bieden achter de schermen en vertellen hoe reportages zoals die over Koningsdag tot stand komen. Ik kan me de tijd nog herinneren dat ik met spanning uitkeek naar de nationale feestdag. Het is een unieke kans de hele koninklijke familie.
Een soort Champions League-finale voor royaltyvolgers. Ik ging er dan ook vaak zingend naar toe, tot wanhoop van niet weinig collega's. Zingen is inderdaad niet mijn sterkste kant.
Je moet meestal vroeg opstaan om je te melden bij het verzamelpunt voor de media. Op Koninginnedag, toen koningin Beatrix meestal twee gemeenten bezocht, was dat melden vaak in de slotgemeente, waarna de pers naar het vertrekpunt werd gereden. Dat was één reden voor het vroege verzamelen. Tegenwoordig is de viering slechts in één stad, maar vanwege de veiligheidsmaatregelen moeten we ons nog steeds in alle vroegte melden.
Op Koningsdag is er een groepje journalisten dat het voorrecht heeft om achter de koninklijke familie aan over de route te lopen. Tussen de dranghekken zeg maar. Dat vond ik altijd opwindend. Je bent erbij en maakt het feest van dichtbij mee. Geen wonder dat die persaccreditaties lange tijd 'the hottest ticket in town' waren. Er werd om gesoebat en gesmeekt, maar de spoeling was meestal maar dun.
Dat achter de Oranjes aanlopen is overigens letterlijk. Op het afgesproken tijdstip arriveert de koninklijke bus en stapt de koninklijke familie uit en na een welkomstwoord zet de stoet zich in beweging, met Willem-Alexander voorop. Al heel snel spreiden de prinsen en prinsessen zich uit over de route. Het lint wordt steeds langer, met meestal dezelfden als rode lantaarndragers of in de bezemwagen.
Af en toe komt er dan een adjudant of persoonlijk adviseur om de achterblijvers aan te sporen aansluiting te zoeken bij de rest van het gezelschap omdat anders de planning in de soep loopt. Maar voor het groepje ogenschijnlijk bevoorrechte persmuskieten is dat treuzelen niet prettig.
Zij moeten immers achter de familie blijven, terwijl ze tegelijkertijd echter verslag moeten doen van wat er tijdens de koninklijke wandeling gebeurt. Dat wordt lastig en eentonig wanneer niet verder kan worden gekeken dan de hekkesluiters van Oranje. De begeleiders van de pers onderkennen het probleem overigens. Het bestaat immers al sinds journalisten mogen meewandelen.
Er zijn in de loop der jaren – mijn eerste Koninginnedag als verslaggever was in 2003 – al heel wat manieren bedacht om de pijn te verzachten. Om beurten en onder toezicht van een beveiliger kan een tijdje tussen de familie worden gelopen. Op die manier kun je horen en zien wat iedereen doet en ook echt een indruk en beeld krijgen van het Koningsdagbezoek.
Ik was dan ook hoopvol gestemd toen we in Amersfoort aan de start verschenen. Okee, ik geef het toe: enige scepsis was er ook. Sinds 2003 is veel veranderd. Voor de meelopende verslaggevers valt er elk jaar gewoon minder 'nieuws' te melden. Dat komt omdat de televisie bij Willem-Alexander meer bewegingsvrijheid heeft dan bij zijn moeder.
Een aantal jaren geleden probeerde je als eerste te melden wat de koningin aanhad. Nu doet ze dat zelf door een foto te plaatsen op Instagram. Daardoor heeft het verslag doen vanaf de route aan gewicht verloren. Het is geen klacht maar een nuchtere constatering.
Dat was echter niet de reden dat ik met een onbevredigend gevoel wegging uit Amersfoort. Dat was omdat dit keer de beveiligers het meelopende journaille op een nog grotere afstand hielden dan gebruikelijk en ondanks vurige pleidooien van de Rijksvoorlichtingsdienst geen centimeter toegaven.
Ze zullen hun redenen en instructies hebben gehad, daar kan ik niet over oordelen en dat moet ik respecteren. Maar het gevolg was dat we in feite niets meer meekregen van de wandeling. Ook bij de keren dat er mensen naar voren konden, was er van echt meeluisteren en kijken geen sprake.
'Kijk, de koning geeft een interview', zei mijn begeleidster op een gegeven moment, wijzend naar Willem-Alexander op vijftig meter afstand. Beter had ze de zinloosheid van het meelopen niet kunnen illustreren. De televisiekijker kon thuis horen wat de koning zei. De verslaggever stond er voor spek en bonen bij.
Hij had het dit keer niet goed gehad.
© RB Hans Jacobs; Gebaseerd op een column voor het maandblad Royalty (mei 2019)
Reacties