De vorige week overleden prins Philip krijgt zaterdag zijn tijdelijke rustplaats in de grafkelder van St George's Chapel, de kerk van Windsor Castle. Pas na de dood van zijn echtgenote koningin Elizabeth wordt de kist met het stoffelijk overschot in de King George VI Memorial Chapel geplaatst.
De uitvaart vindt geheel binnen de kasteelmuren plaats en is niet toegankelijk voor publiek. In plaats van de beoogde 800 genodigden zijn er maar dertig mensen aanwezig bij de dienst in het koor (de 'Quire') – kerkpersoneel en militairen niet meegeteld.
Buckingham Palace deelde vrijdag speciaal voor de Britse zaterdagkranten een foto van de Queen en prins Philip die hun schoondochter Sophie, gravin van Wessex, in 2003 maakte in Schotland. Het paleis bedankte nogmaals namens de koninklijke familie voor de tekenen van medeleven die uit de hele wereld binnenstromen. Koningin Elizabeth telefoneerde vrijdag met premier Justin Trudeau van Canada en gouverneur-generaal David Hurley van Australië.
Het paleis gaf ook de Order of Service van de uitvaartdienst vrij.
Voorafgaand aan de plechtigheid wordt de kist, bedekt met de persoonlijke standaard van de hertog van Edinburgh en met daarop zwaard, 'navy cap' en krans, vanuit de privékapel in Windsor Castle overgebracht naar de Binnenhal. Daar zal David Conner, de 'Dean of Windsor' - de deken van de Chapel - een aantal gebeden uitspreken.
Vervolgens treedt de zogenoemde 'Bearer Party' aan, de draagploeg die de kist om 14:38 uur vanuit de 'Inner Hall' naar de 'State Entrance' draagt en op de speciaal voor deze gelegenheid gemaakte en door Philip mede ontworpen Land Rover plaatst. De dragers zijn afkomstig van The Queen’s Company, 1st Battalion Grenadier Guards.
Op dat moment stapt koningin Elizabeth bij de 'Sovereign's Entrance' in de gereedstaande Bentley, die vervolgens achter aansluit bij het opgestelde gezelschap. In de Quadrangle van het kasteel staan de militairen die de kist naar St George's Chapel begeleiden al klaar, evenals de leden van de koninklijke familie die in vier rijen lopend volgen.
Het gaat op volgorde van leeftijd. Prins Charles en prinses Anne gaan voorop, gevolgd door hun jongere broers Andrew en Edward, daarachter prins William, Peter Phillips (de oudste kleinzoon, daarom in het midden) en prins Harry. Dan komen tot slot vice-admiraal Tim Laurence (echtgenoot van Anne) en David Linley, Earl Snowdon (zoon van wijlen prinses Margaret). Een aantal leden van Philip's hofhouding loopt ook mee.
De overige familie en genodigden zijn al eerder vertrokken naar de kerk en gaan via de Galilee Porch naar binnen. Dat doet koningin Elizabeth ook. De processie zelf gaat naar de West Steps - iets verder.
De stoet moet zich om precies 14.45 uur Britse zomertijd in beweging zetten, richting St George's Chapel. Volgens het opgestelde schema komt de Land Rover om 14:53 uur aan bij de trappen, waar de Dean of Windsor en Justin Welby, de aartsbisschop van Canterbury, wachten en ook een nieuwe draagploeg van de Royal Marines klaarstaat. Om precies 15.00 uur wordt in het hele land een minuut stilte in acht genomen.
Het vliegverkeer rond luchthaven Heathrow wordt daarvoor speciaal enkele minuten stil gelegd. Windsor Castle ligt vlak bij het vliegveld en elke minuut komt er wel een toestel duidelijk hoorbaar overvliegen. Zonder deze maatregel zou het bij St George's allerminst stil zijn.
Tijdens de dienst zingt een vierkoppig koor. Dat bevindt zich in het middenschip van de kerk (de 'nave'), op veilige afstand van de familie. In overeenstemming met de coronaregels mag de congegratie niet meezingen. Prins Philip had zelf een hand in de samenstelling van de dienst die wordt geleid door de Dean of Windsor en die naar verwachting ongeveer 50 minuten duurt.
De keuze van muziek weerspiegelt het leven van Philip. Zo is de openingshymne 'Eternal Father, Strong to save' favoriet bij de marine van tal van landen. Het is ook bekend door de laatste regel 'Voor degenen die in gevaar zijn op zee' en het werd ook gezongen bij de uitvaart van Philips oom en mentor Louis Mountbatten. Ook de door Benjamin Britten in 1961 op verzoek van Philip speciaal voor St George's geschreven 'The Jubilate' wordt gezongen - de tekst is gebaseerd op Psalm 100.
Na de schriftlezingen wordt Psalm 104 gezongen ('My soul give praise unto the Lord of heaven'). Philip wenste dat William Lovelady daar de muziek onder zette, en de Psalm werd voor het eerst ten gehore gebracht bij Philips 75ste verjaardag. Tegen het einde van de dienst volgt 'The Anthem', op basis van de Russisch-orthodoxe Kontakion voor de overledenen. Ter herinnering aan de Grieks-orthodoxe wortels van de op 10 juni 1921 in Griekenland geboren prins.
Aan het einde van de dienst wordt de kist neergelaten in de Royal Vault. De decaan spreekt dan de 'The Commendation' uit:
Go forth upon thy journey from this world, O Christian soul, In the name of God the Father Almighty, who created thee; In the name of Jesus Christ who suffered for thee; In the name of teh Holy Spirit who strengtheneth thee; May thy portion this day be in peace, and thy dwellings in the heavenly Jerusalem.
Een Pipe Major (doedelzakspeler) van het Royal Regiment of Scotland speelt dan een lament (klaagzang). De Buglers van de Royal Marines brengen de Last Post ten gehore, en na een korte pauze wordt Reveille geblazen door de trompettisten van de Household Cavalry, waarna de Buglers van de Royal Marines op specifiek verzoek van prins Philip Action Stations laten klinken. Dat is op een marineschip het sein dat iedereen zijn aangewezen plek moet innemen.
De aartsbisschop van Canterbury spreekt de zegen uit, waarna het Britse volkslied wordt gezongen door de vier aanwezige zangers. De koningin en andere genodigden verlaten St George's Chapel daarna via de zij-uitgang, de Galilee Porch.
© RB Hans Jacobs
Reacties