Koning Willem-Alexander heeft donderdagmorgen op het voorplein van Rotterdam Ahoy een interactief muzikaal kunstwerk onthuld door een grammofoonplaat op een platendraaier in beweging te zetten.
Acht dansers haalden vervolgens in een act het doek weg dat een veel grotere draaitafel bedekte. Wie aan de ‘turntable’ draait, krijgt muziek te horen. Het kunstwerk, dat ’s avonds oplicht, is het verjaardagscadeau van het vijftigjarige Ahoy aan de stad Rotterdam en haar inwoners.
De koning kwam naar Rotterdam ter gelegenheid van de verjaardag van Ahoy en om de nieuwbouw te zien. Ahoy heeft er door de nieuwbouw zo’n 30.000 vierkante meter aan vloeroppervlakte bij gekregen. ,,We zijn trots op Ahoy”, aldus burgemeester Ahmed Aboutaleb.
De koning trad in het voetspoor van zijn vader prins Claus die in januari 1971 Ahoy opende. Willem-Alexander bezocht zelf Ahoy eerder dit jaar al toen hij een kijkje nam bij de voorbereidingen voor de finale van het Eurovisiesongfestival.
Willem-Alexander kreeg van directeur Jolanda Jansen een rondleiding door het nieuwe Rotterdam Ahoy Convention Centre (RACC) en RTM Stage, het multifunctionele muziek-en theatercentrum. Met de bouw daarvan is drie jaar geleden begonnen en het complex werd vorig jaar, midden in de coronatijd, opgeleverd.
Aanvankelijk kreeg Ahoy veel bekendheid als sportpaleis door bijvoorbeeld de wielerzesdaagse en het ABN Tennistoernooi, maar bijvoorbeeld ook met de finale van de eerste basketbalplayoffs in 1978. Burgemeester Aboutaleb bewaarde bijzondere herinnering aan korfbalinterlands, zo vertelde hij ,,en zo heeft iedereen zijn herinneringen aan Ahoy.”
Ook werden er meteen tal van spraakmakende concerten gehouden: Pink Floyd was in 1971 de eerste die er optrad. Het North Sea Jazz-festival vond er een thuis, al liet de koning tijdens de rondleiding blijken het nog steeds niet eens te zijn met de verhuizing uit Den Haag. ,,North Sea Jazz, bestaat dat nog?”, vroeg hij uitdagend. In Ahoy wordt ook jaarlijks zijn verjaardag uitbundig muzikaal ingeluid tijdens de Nacht van Oranje.
© RB Hans Jacobs; Beeld: © RB
Reacties