Prinses Margriet en prof. mr. Pieter van Vollenhoven waren maandagmiddag Apeldoorn bij de herdenking van de ontruiming van de joods-psychiatrische instelling Het Apeldoornsche Bosch. In de nacht van 21 op 22 januari 1943 zijn alle ruim 1400 patiënten en een groot deel van het personeel van de instelling naar Auschwitz gedeporteerd. Niemand keerde terug. Van aparte personeelstransporten via Westerbork kwam slechts een enkeling terug.
Prinses Margriet en prof. mr. Van Vollenhoven waren eerst bij de herdenkingsbijeenkomst in basisschool De Prinsenhof. Aansluitend gingen ze naar de ceremonie bij het monument voor de slachtoffers waar kransen werden gelegd. Voorafgaand aan de herdenkingsbijeenkomst werden op het terrein van het voormalige Apeldoornsche Bosch door nabestaanden, scholieren en betrokkenen alle namen van de slachtoffers voorgelezen.
In de paviljoens van Het Apeldoornsche Bosch, dat in 1909 werd opgericht, werden geesteszieken behandeld en was er ruimte voor ontspanning, arbeidstherapie, sport en spel. Er was een synagoge op het terrein en de sjabbat en Joodse feestdagen werden gevierd. De eerste tweeëneenhalf jaar van de Tweede Wereldoorlog gingen relatief onbezorgd voorbij aan de patiënten en het personeel in de instelling die in de natuur en ver van de Randstad lag.
Op 1 april 1942 werd het niet-joodse personeel ontslagen en wanneer Joden niet meer mogen reizen komt er ook bijna geen bezoek meer in het Apeldoornsche Bosch. Begin 1943 gaf commandant Aus der Fünten opdracht om het gehele complex te ontruimen en zijn alle patiënten en het personeel op transport gesteld.
© RB; Bron: RVD; Beeld: © MPE Patrick van Katwijk
Reacties