Jarenlang had deze verslaggever op Prinsjesdag een vaste route. Vanuit Den Haag Centraal naar het Malieveld voor het begin van de saluutschoten, dan door naar de hoek van Korte Vijverberg en Korte Voorhout, ter hoogte van de Koninklijke Schouwburg. Met een beetje goede timing kwam je daar gelijk met de Gouden Koets, die dan verder reed naar het Binnenhof en de Ridderzaal.
Dat was het signaal om de schouwburg in te gaan, waar het voorlezen van de Troonrede op een groot scherm was te volgen. Tegen de tijd dat de koning(in) afrondde, ging je weer naar buiten, langs de (voormalige) Amerikaanse ambassade over het Lange Voorhout naar hotel Des Indes en het voormalige paleis, nu het Escher museum. Dat was een mooie plek om de stoet te zien aankomen.
Wanneer de Gouden Koets voorbij was gereden, liep je nog een stukje mee alvorens je een weg te banen naar Paleis Noordeinde. Dat kon het snelste via de Parkstraat, en dan achterlangs. Met een beetje geluk arriveerde je nog voor – en soms net na – de koetsen bij het paleis. Op tijd dus voor de balkonscene. Op die manier pakte je van alle onderdelen – behalve het Binnenhof en de Ridderzaal – wat mee.
Tegenwoordig echter is dat loopje niet meer te maken. Overal zijn afzettingen en afsluitingen. Je komt zelfs niet tot bij de Koninklijke Schouwburg, en meelopen langs de route is er ook niet bij. Mede daarom de keuze om dit jaar een plek aan te vragen in de schouwburg – op één van de tien persplaatsen op de derde rij van het tweede balkon. Je hebt daar mooi zicht op de zaal beneden en de tronen voorin; wat er verder in Den Haag gebeurt, ontgaat je echter geheel. Tenzij je natuurlijk via je telefoon tv kijkt.
De route heb ik na afloop nog even gelopen – nog steeds vol met hindernissen en barrières. Het zal wel onvermijdelijk zijn in deze tijd. Van collega’s en mensen langs de route hoor ik dat het dit jaar veel aangenamer en vrolijker was dan in de afgelopen vier jaar – dat is ook wat waard!
© RB Hans Jacobs
Reacties