Prinses Beatrix heeft de mooiste van de Caribische eilanden in het Koninkrijk voor het laatst bewaard. Vrijdag namelijk is ze op Saba.
Niks ten nadele van de andere eilanden maar deze groene rotspunt met zijn slapende vulkaan steekt er toch echt bovenuit. Klein, heel klein, maar een plek om verliefd op te worden.
Het begint eigenlijk al met de slechts twaalf minuten durende vlucht vanaf buureiland Sint Maarten. Het vliegveld van Saba is een 400 meter lange strip naast de berg en met uitrijmogelijkheid in zee. Niks voor bangerds dus. Maar de boottochten van vroeger waren ook niet alles. Om over het gevaarlijke opstapje in de haven en de klim naar boven niet te spreken.
Vanaf het vliegveld leidt één weg over het slechts dertien vierkante kilometer 'grote' eiland. Volgens de overlevering is die weg aangelegd op aandringen van koningin Juliana.
Zo zouden de eilandbewoners – nu zo'n 1400 – makkelijker met elkaar in contact kunnen komen en kon inteelt worden tegengegaan. Vanaf Saba kun je (bij goed weer) ook Sint Eustatius - iedereen heeft het over Statia - zien liggen, en daarachter Saint Kitts en Nevis.
Het is een prachtig vergezicht, zoals bleek in het gevolg van het koninklijke bezoek in 2006. Toen moest de pers – net als nu trouwens – voor dag en dauw opstaan om vóór Beatrix op het eiland aan te komen. Maar het ontbijt in Windwardside - mét zicht op vulkaan en zee – maakte dat allemaal goed.
Saba is ongetwijfeld het mooiste stukje Nederland dat de meeste Nederlanders nooit hebben gezien. Een grote begroeide vulkaan: prachtig groen, fleurige en kleurige bloemen en planten, een oase van rust. ,,Heerlijk om hier weer te zijn", zei Beatrix bij haar vorige bezoek.
© RB Hans Jacobs
Laatste reacties