
Súdwest Fryslân heeft indruk gemaakt op koningin Beatrix. Niet zo vreemd. Het is bekend terrein. De koningin komt al zestig jaar – ze vertelde het na afloop tijdens het persgesprek zelf – in Friesland, en omdat ze er al zo lang komt, om te zeilen bijvoorbeeld, kent ze de provincie op haar duimpje.
Dat bleek wel uit haar enthousiaste bijdrage aan een gesprek over Het Friese Merenproject eerder donderdag tijdens een vaartocht over het Slotermeer van Woudsend naar Balk. Anekdotes en eigen ervaringen werden royaal gedeeld met de gesprekspartners die meteen wisten dat ze te maken hadden met een ervaringsdeskundige. Of het nu ging om natuurbehoud, het veranderende karakter van de watersport, de voorrangsregels op het water of de lange wachttijden voor de sluis van Stavoren.

Met heel veel genoegen vertelde de koningin over een ervaring van Willem-Alexander een week eerder in Stavoren, waar hij met de Groene Draeck netjes zijn beurt afwachtte toen iemand met een enorme boot voorbij kwam stuiven om de file in te halen en eerder door de sluis te varen. Met pretoogjes verhaalde Beatrix hoe de kapitein het lid op zijn neus kreeg en achter moest aansluiten.
De Groene Draeck is de sleutel tot een ‘gewoon’ leven, zoveel werd uit de ontboezemingen wel duidelijk. De Groene Draeck betekent vrijheid, zoals de koningin tijdens het staatsbezoek aan Noorwegen enkele jaren geleden al zei. Daar kan het haar letterlijk en figuurlijk los, zoals op de Loosdrechtse plassen recent nog eens werd gedemonstreerd.

* Aankomst in Heech
Op de Lemster aak vecht Beatrix tegen de elementen, staat ze écht aan het roer, en kan ze onbezorgd genieten van de natuur. Met Pinksteren ging ze nog het water op. Eén dag was er geen wind, de volgende dag was er ‘super’ wind – hier sprak een bevlogen zeilster.
Fryslân wil aantrekkelijk blijven voor watersporters. De voorsprong op de concurrentie moet behouden blijven aldus de gedeputeerde. Maar tegenwoordig willen recreanten en toeristen een ‘all-in’ pakket. Zeilen alleen is niet voldoende. Op de wal moet ook het nodige te beleven zijn, qua accommodaties, sfeer, service, gastvrijheid en activiteiten.
Dat begint al met de glimlach van de brugwachter – ‘met de klompjes!’ – tot een warm welkom in winkels en horeca. Maar ook een vaarroute voor elektrisch aangedreven bootjes, aquaducten om de doorvaart te bevorderen en een extra sluis in Stavoren.

Het was een boeiend en geanimeerd gesprek op de fraaie salonboot Gaasterland, waar de koningin haar eerste – nou ja, tweede – zonde van de dag beging: het eten van een heerlijke bonbon. De benaming is van haar zelf, gedaan met een stoute glimlach.
Tijdens het gesprek keek Beatrix vanuit haar ooghoeken ook naar de schepen op het Slotermeer – waarbij mooie exemplaren ook op koninklijke waardering konden rekenen. De koningin kon zich in de deining makkelijk staande houden, zo verklapte ze, maar om een glas of kopje vast te houden vond ze wel ‘gevaarlijk’. Er moest natuurlijk geen sap of koffie over de kleren komen.

* Bij de familie Westra
De vaartocht was wellicht het hoogtepunt van de dag, maar de gesprekken in Heech/Heeg, de rondleiding in Koudum door het multifunctioneel centrum ‘De Swel’ (‘is dit gebouw ook zo schoon als ik er niet ben’), het bezoek aan de boerderij van de familie Westra in Oudemirdum en niet te vergeten het fierljeppen in It Heidenskip – serieus slootje springen voor gevorderden, de koningin had medelijden met de sporter die in het water móest springen – waren even zo goed interessant geweest.
Hoe in Koudum de inwoners zelf de strijd tegen vergrijzing en afbraak van voorzieningen met succes waren aangegaan was zeer ‘inspirerend’ aldus Beatrix, die zich altijd door en door voorbereid op de streekbezoeken. Haar bedoeling is daarbij van ‘de mensen zelf’ te horen hoe ze tegen zaken aankijken.

* Bij de fierljepschans
Het is niet zo zeer wat ze vantevoren wil horen dat de discussies bepaalt, maar wat de gesprekspartners graag willen delen en vertellen. Dat zorgt voor interessante ‘snelkookpan’ gesprekken, en met de opgedane kennis kan de koningin weer goed beslagen ten ijs komen in ontmoetingen met beleidsmakers, ministers enz.
Het streekbezoek – het achtste officiële bezoek van de koningin aan Fryslân – eindigde in het prachtige oude stadje (uit 1399) Warkum/Workum. Op de Merkt, waar stadhuis, kerk en waag, schouder aan schouder staan, was een groot deel van de 4200 inwoners samengestroomd om een glimp op te vangen van de koninklijke bezoekster. Voor de tweede keer deze dag was er een ‘bordesscene’ – zodat iedereen de vorstin goed kon zien en toezwaaien.

* Aankomst in Warkum
Binnen werd iedereen uitvoerig bedankt voor de prachtige dag die dankzij verzuim van de weergoden op een enkele harde regenbui na gelukkig droog was gebleven. De weersvoorspellingen (90% kans op regen, onweer) waren maar gedeeltelijk uitgekomen.
De koningin had na het noodweer donderdagnacht in Den Haag, waarbij hagelstenen nogal wat ruiten van paleis Noordeinde deden sneuvelen, het ergst gevreesd voor haar uitstapje naar Friesland. Maar in Warkum scheen zelfs de zon – en was het in het stadhuis bloedheet.
Het was volgens de commissaris van de koningin de warmte die de koningin zelf verspreidde, waarna een ongebruikelijk royale lofrede volgde die Beatrix zelf onderbrak (‘te erg’) om juist de Friezen zelf in het zonnetje te zetten.

Het volgende streekbezoek is in het najaar in Noord-Brabant. © GPD, HJ
Laatste reacties