Het testament en bijbehorende codicil van prins Bernhard zijn interessante lectuur. Een koninklijke voyeur komt daarbij volledig aan zijn/haar trekken. Rode oortjes krijg je er overigens niet van, maar het geeft een onverwacht inkijkje in het leven en denken van de prins. Die was in elk geval zeer georganiseerd – alle 100+ sets manchetknopen waren genummerd.

Prins Bernhard (*1911) liet zijn testament in grote lijnen in 1992 opmaken om in de jaren erna nog regelmatig wijzigingen door te voeren, tot aan enkele dagen voor zijn overlijden op 1 december 2004 aan toe. Het testament regelde datgene dat bij een notaris moet worden geregeld: wie zijn de erfgenamen, hoe wordt het uitgevoerd en wie gaat het uitvoeren? De bewindvoerders van een stichting die ook de financiën van prinses Christina beheerden, waren voor dat laatste aangewezen.
Maar een testament is voor de hoofdzaken. Een codicil handelt over hebbedingetjes, over spullen met meer emotionele en persoonlijke dan geldelijke waarde. Prins Bernhard had héél veel van dat soort zaken. Een prins krijgt nu eenmaal veel cadeau, verzamelt zelf nog eens wat en het helpt ook als je 93 jaar wordt.
Alleen al de collectie olifanten op en rond zijn bureau was een nachtmerrie voor het huishoudelijk personeel. Ze moesten stofvrij blijven, maar paleis Soestdijk was te klein als er een olifant uit het gelid stond. Het waren er uiteindelijk meer dan duizend, die na zijn overlijden – voor zover niet in het codicil toebedeeld aan familieleden en vrienden – zijn geveild ten bate van het Wereld Natuurfonds.

Niet geveild werd onder meer een antiek bronzen olifantje uit Indonesië, opgeborgen in een rond doosje, met gebatikte stof bekleed. Bernhard nam het kleinood altijd mee. Wekelijks werd een verse roos in het doosje gelegd: erfgenaam Willem-Alexander moest volgens de instructies in het codicil die traditie voortzetten.
Voorkeuren
In een codicil kun je rekening houden met zowel je eigen persoonlijke wensen en voorkeuren, of die van je beoogde erfgenamen, vrienden en verdere familie. Heel wat ouders en grootouders hebben hun kinderen en kleinkinderen wel gevraagd wat ze graag zouden hebben, als aandenken of wat dan ook. Om ruzie of verwarring te voorkomen, werd zoiets dan beschreven en opgeschreven in een codicil: 'het beeldje op het dressoir is voor Josine'.
Prins Bernhard verschilde daarin niet. Ook hij maakte een zeer gedetailleerde verdeellijst en dankzij een publicatie in weekblad Privé weten we daar nu iets meer over. Testament en codicil zullen jaren geleden in handen zijn gekomen van iemand die ze nu heeft verkocht, waardoor Privé het naar eigen zeggen 'via via' onder ogen heeft gekregen. En met die mooie scoop wordt fors uitgepakt.

In RTL Boulevard kreeg Marc van der Linden de vraag voorgelegd of het wel netjes was om deze privédocumenten van de prins openbaar te maken. Los natuurlijk van de bevrediging van algehele nieuwsgierigheid en het unieke, deels historische inzicht in het leven van de omstreden Bernhard. Van der Linden vond dat er geen bezwaar was.
De mening dat het 'te vroeg' is – normaal wordt met dit soort zaken al gauw vijftig jaar gewacht – is ook goed te verdedigen. Aan de andere kant: Bernhard heeft zelf met zijn in december 2004 postuum verschenen interview al zoveel openbaar gemaakt dat vanuit het oogpunt van betamelijkheid en respect voor de familie binnenskamers had moeten blijven, dat publicatie van (een deel van) zijn laatste wensen daar nog wel bij kan.
Het weekblad heeft een bijzondere en zeer eigen manier om verhalen op te schrijven en feiten te presenteren. Het verhaal moet tenslotte ook 'verkocht' worden en verleiden tot lezen – of de koop van het weekblad. In dit geval is Privé in die opzet geslaagd! De verslaggever heeft voor het eerst in drie maanden de XL-supermarkt om de hoek weer bezocht omdat daar het blad te koop was. Maar de wervende teksten dekken vaak de lading/inhoud niet.

Met een blik op het codicil van Bernhard worden tal van conclusies getrokken en suggesties gewekt. Dat gebeurt met de blik van de buitenstaander, die de beweegredenen van de prins niet kent.
Waarom nu juist de manchetknopen nummer 15 voor Bernardo Guillermo en nummer 45 voor prins Maurits, terwijl prins Claus werd bedacht met nummer 106 en de Britse prins Philip nummer 70? Welke gedachte zat achter die keuze? Dan moet je de betreffende manchetknopen eerst hebben gezien, maar ook dan is het mogelijk dat er géén logica achter zat. Dat zou de conclusie kunnen zijn na bestudering van een van de vele veranderingen in het codicil, waarin op papier kwistig van manchetknopen werd gewisseld.
Het weekblad stelt dat koningin Juliana in de wilsbeschikking wordt achtergesteld bij Helène Grinda, moeder van Bernhards zesde dochter Alexia (*1967). Inderdaad lijkt Juliana er bekaaid vanaf te komen met onder meer 'alle door Beatrix gemaakte voorwerpen in mijn bezit' en 'vier glazen konijnen'. Helène kreeg sieraden die de prins op zijn lijf droeg, maar Juliana had álles al en had eerste keuze bij de goederen – aldus het testament.
Maar dat is niet zo spannend natuurlijk.

Zo bezien kwam Bernhards trouwe persoonlijke secretaresse Cocky Gilles – in dienst sinds 1945 – er nog veel royaler vanaf. Voor haar zijn beelden en olifanten, een horloge en 48 flessen Pommary champagne – en een goede oudedagsvoorziening, waarvan ze uiteindelijk nauwelijks heeft kunnen profiteren omdat ze twee jaar na de prins overleed.
Bernhard paste zijn codicil regelmatig aan. Als je oud wordt, ontvallen vrienden en bekenden – en familieleden. De prins beloonde trouw maar strafte evengoed en dan werden mensen weer geschrapt. Logisch natuurlijk dat ex-schoonzoon Jorge Guillermo in 1992 nog wel werd genoemd, maar na zijn scheiding van prinses Christina onherroepelijk verdween.
Het weekblad oordeelt over hetgeen in het codicil wordt toegekend aan de dochters van Bernhard. Een leek zou er niet blij van worden, maar misschien vonden de prinsessen de herdenkingsstukken zelf wel waardevol – maar of prinses Irene gelukkig werd van 24 flessen rode wijn en 24 flessen champagne? En of die 22 jaar na het opstellen van het testament en het oorspronkelijke codicil nog in de kelder van Soestdijk stonden?
Het zou een interessante studie en leuk boekje opleveren als aan de hand van het codicil kon worden nagegaan waar alle genoemde voorwerpen zich nu bevinden, liefst met een afbeelding en een opmerking van de huidige eigenaar over de relatie tot Bernhard en de 'waarde' die aan het aandenken wordt gehecht. Prinses Margriet werd 'het kleed op de deur bij de bar' toebedacht. Wat is daar van geworden bijvoorbeeld? En waar zijn de manchetknopen nummer 30? Heeft prins Pieter-Christiaan die inderdaad in bezit?

Zoals gezegd: het testament en het codicil vormen interessante lectuur. Maar zonder kennis van de beweegredenen van de prins vallen er nauwelijks conclusies uit te trekken.
© RB Hans Jacobs
Laatste reacties