Laat er geen twijfel over bestaan: ik ben heel nieuwsgierig naar wat Willem-Alexander in 1995 in een uitgebreid interview heeft verteld aan NRC Handelsblad. Ook nu nog, 26 jaar later, zijn de uitspraken die hij heeft gedaan, de gedachten die hij heeft geopperd en de ideeën die hij ontvouwde interessant. Zoveel vraaggesprekken met Willem-Alexander zijn er uit die tijd ook niet, dus het zijn welkome puzzelstukjes voor het beeld van de toenmalige troonopvolger en huidige koning.
Het interview werd echter nooit gepubliceerd. NRC zag er vanaf omdat van de kant van de Rijksvoorlichtingsdienst teveel aanpassingen werden gevraagd en de krant het eindresultaat dat dan bereikt zou worden niet passend vond. ,,Dan doe je geen recht aan het gesprek”, aldus toenmalig hoofdredacteur Ben Knapen, één van de interviewers, dinsdag in NRC.
Jammer dus, maar wacht! Het interview is deze week plotseling opgedoken in een boek ter gelegenheid van het gouden jubileum van de krant: Slijpen aan de geest, 50 jaar NRC Handelsblad. De auteur John Kroon, voormalig adjunct-hoofdredacteur van NRC en voormalig collega van ondergetekende bij het Leidsch Dagblad, heeft beslag weten te leggen op een transcriptie van het destijds gehouden gesprek en besloten het te publiceren.
Hoera, of toch niet? John Kroon zei dinsdag in NRC het „onzin” te vinden dat het interview nooit is gepubliceerd: „Als je de gewraakte passages ziet, denk je ‘wat was daar nu mis mee’”. Maar daar gaat het natuurlijk niet om. Wat Kroon vindt, is volstrekt onbelangrijk.
Er is destijds een afspraak gemaakt om niet te publiceren. Dan is het op zijn zachtst gezegd niet netjes dat alsnog te doen – tenzij natuurlijk toestemming is verkregen van alle deelnemers aan het interview. Maar dat lijkt niet zo te zijn.
Je hoort natuurlijk vaker het argument dat een publicatie toch onschuldig is, dat het juist leuk is enzovoort – vaak ook over foto's uit de privésfeer. De discussie wordt dan weggehaald van de principezaak en gaat dan over smaak, of 'leuk' en 'onschuldig'. De kans bestaat dat het bij de publicatie van het interview ook gebeurt. Natuurlijk is het interessant. Natuurlijk is het relevant, en van wat NRC er nu zelf over uit citeert, kun je zeggen dat het 'onschuldig' is. Vandaar ook mijn 'hoera' – maar....
Waar ligt de grens? Geschiedschrijvers zullen (terecht vanuit hun visie) geen grens wensen, hoogstens een beperking accepteren voor privéstukken en archiefwerk. In dat licht kan de transcriptie ook worden bezien. Alle hoofdrolspelers leven nog. Die hadden dus om toestemming kunnen en naar mijn mening moeten worden gevraagd. Of niet? Ik twijfel oprecht. Als Kroon de tekst via een andere weg heeft verkregen, heeft hij dan de vrijheid te publiceren? Ik weet niet wat een jurist zal antwoorden.
Kroon was niet betrokken bij het oorspronkelijke interview. Wat als één van de interviewers Laura Starink of Ben Knapen het 26 jaar na dato alsnog had gepubliceerd? Of – iets onwaarschijnlijker, de RVD? Kun je besluiten een vraaggesprek niet te plaatsen om vervolgens na vijf? Tien? 25 jaar? alsnog anders te beslissen – en zonder overleg met de geïnterviewde?
Wellicht onder het mom: het is niet meer actueel, maar nog wel historisch? Mijn gevoel zegt dat dit niet zo hoort – dat is het verstand, het geweten, maar het journalistieke hart is blij dat het is gebeurd.
Willem-Alexander sprak in de aangehaalde passages uit het interview onder meer over zijn geloofsbeleving, over de toekomst van de monarchie in een Europa dat zich meer zou kunnen verenigen, over zijn toenmalige liefdesleven (de tijd van Emily Bremers - en de roddelbladen die hem steeds weer lieten trouwen en scheiden), over het verschil man/vrouw bij het ambt van koning/koningin. Eén citaat dan toch maar, over het koningschap:
,,Het is geen makkelijke functie, niet door de inhoud en niet door hoe er van de buitenkant tegen aangekeken wordt. Het laat je nooit los. Je bent er continu mee bezig. Vanaf het moment dat je het wordt totdat je het niet meer bent, ben je het 24 uur per dag, 365 dagen per jaar. Je probeert het altijd zo goed mogelijk te doen en altijd te kijken van: doe ik het goed, moet ik me er niets van aantrekken wat mensen ervan zeggen of moet ik de kritiek inpassen en mijn pad veranderen? Dat lijkt mij het zware eraan.” Bron: NRC
Laatste reacties