De coronapandemie zorgt dat de viering van de 50ste nationale dag van Oman dit jaar anders is dan in voorgaande jaren. Maar dat niet alleen. Het ontbreken van de eerder dit jaar overleden 'vader van de renaissance' sultan Qaboos speelt ook een rol. Qaboos zou op 18 november tachtig jaar zijn geworden. Hij wordt gevierd als de man die Oman in bijna 50 jaar tijd uit de middeleeuwen naar de 21ste eeuw heeft gevoerd.

Sultan Qaboos (foto bij het Nederlandse staatsbezoek in 2012, poolfoto) liet in gesprekken en publicaties niet na te onderstrepen dat Oman bij zijn aantreden in juli 1970 in alle opzichten achterlijk was. Zijn vader sultan Said bin Taimur (regeerde 1932-1970) stond in de weg van iedere ontwikkeling en modernisering.
In Oman - ruim vijf keer zo groot als Nederland, met tegenwoordig ruim 4,6 miljoen inwoners - waren destijds maar één ziekenhuis en slechts drie scholen. Radio's waren verboden, wie zich na zonsondergang zonder lantaarn buiten de stadsmuren bevond, werd beschoten.
Buitenlanders waren niet welkom en de Omani's mochten zelf ook hun land niet uit. Diplomatieke betrekkingen waren er niet. De opbrengsten van de oliewinning hield de sultan ongebruikt in de staatskas. Dat zorgde voor veel onvrede en een gewapende opstand in Dofar, het zuiden van het land, die met buitenlandse hulp (Britten, Jordanië, Iran) pas in 1975 werd onderdrukt.
Qaboos bin Said, geboren op 18 november 1940, pakte de zaken meteen anders aan. Hij had een deel van zijn opleiding wel in het buitenland (India, Engeland, Duitsland) genoten, maar was bij terugkeer door zijn vader onder huisarrest geplaatst, in het paleis in het zuidelijke Salalah.
Na de staatsgreep - volgens de officiële lezing trad Said af, maar daarvoor waren wel militairen nodig onder leiding van Qaboos - verplaatste de nieuwe sultan de hoofdstad en regering naar de eeuwenoude havenstad Muscat.
Om de eenheid te benadrukken van het land, dat historisch een verdeling kende tussen de naar buiten gerichte kuststreek en de naar binnen gekeerde berg- en woestijnstammen, wijzigde Qaboos de naam 'Muscat en Oman' in 'Oman'.
Sindsdien heeft het land een aantal eeuwen ontwikkeling ingehaald. ,,Het was moeilijk balanceren", aldus Qaboos, die ondanks wat experimenten met inspraak, volksvertegenwoordiging en vrouwenkiesrecht alleenheerser bleef.
Qaboos heeft vanaf het begin echter ingezet op onderwijs, diversificatie en Omanisering. Het land moest niet afhankelijk blijven van de olie-inkomsten en de eigen bevolking moest zelf worden ontwikkeld en aan de slag, in plaats van dat alle baantjes in handen van buitenlanders zouden zijn en blijven. Vijf jaar na zijn aantreden waren er al 260 scholen en was het gratis onderwijs ook opengesteld voor meisjes.

Oman zette ook in op toerisme, zonder daarbij zoals gebeurde in de emiraten Dubai en Abu Dhabi, de eigen identiteit op te geven of massa toerisme te bevorderen.
Oman wordt daarbij geholpen door de 'zachte variant' van de islam die van oudsher wordt beleden in het land, het Ibadisme. De beoefenaars zijn ervan overtuigd dat het geloof nooit aanleiding mag zijn voor oorlogen en bloedvergieten.
Zorgpunt was in de ogen van buitenstaanders alleen de opvolging van de sultan, die na een snel ontbonden huwelijk, ongehuwd en kinderloos was. Qaboos, die behalve staatshoofd onder andere ook premier was, had in het openbaar geen opvolger aangewezen.

Dat moest de familieraad na zijn overlijden beslissen. Dat zou tot spanningen kunnen leiden, was de verwachting. Maar Oman liet begin januari het tegenovergestelde zien. Het ging vlot en naar Arabische maatstaven in alle openheid. Opvolger sultan Haitham heeft in afgelopen maanden wat andere accenten aangebracht, de regering verkleind en zijn eigen takenpakket ook ingeperkt. Met het oog op een verdere ontwikkeling van Oman.
© RB, Hans Jacobs
Laatste reacties