De bezoekers van het Spoorwegmuseum wacht een schok nu voor het eerst een kijkje kan worden genomen in de rijtuigen die meer dan 38 jaar (1953/1956-1993) lang dienst deden als koninklijke trein voor koningin Juliana en koningin Beatrix. En wat blijkt? Naar de huidige maatstaven is de in 1956 in gebruik genomen trein allesbehalve koninklijk. Niks luxe, geen prachtige meubelen of gouden kranen, maar opklapbedden, een minuscule keuken en een doodgewone wc. De luxe zit hem in het hebben van een eigen trein, niet in de tierlantijnen en opsmuk.

Koningin Juliana koos na de Tweede Wereldoorlog, waarin de royaler uitgevoerde trein van haar moeder Wilhelmina verloren ging, voor een degelijke maar sobere inrichting van de twee rijtuigen die voor haar, prins Bernhard en de vier prinsessen werden ingericht. Er kon huiswerk worden gemaakt op weg naar de wintersportvakantie in Lech, de prins had een werkruimte met telefoon. Toen de rijtuigen in 1993 werden afgedankt, hadden ze zo'n tachtig ritten gemaakt. Niet erg veel.

Beatrix heeft nog maar één koninklijk rijtuig, dat voor de opening van de tentoonstelling 'Royal Class' woensdag in het Utrechtse museum eindelijk weer eens uit de stalling is gehaald. De Sr10, zoals het heet, heeft net een onderhoudsbeurt gehad in Maastricht.
,,Normaal gebeurt dat na een bepaald aantal kilometers. Dat gaat voor dit weinig gebruikte rijtuig niet op. Hier is gekeken naar de levensduur. De remmen en andere onderdelen gaan vijftien jaar mee en moeten dan worden vervangen. Dat is net gebeurd", vertelt een medewerker van NS, wanneer de Sr10 voor de generale repetitie museumstation Utrecht Maliebaan binnenrijdt. De wagon is ook op de tentoonstelling te bezichtigen, maar anders dan de trein van Juliana, niet van binnen.
De meeste Nederlandse koninklijke treinen zijn niet bewaard gebleven. In 1903 beschikte koningin Wilhelmina nog over een fraaie koninklijke trein. In de Tweede Wereldoorlog is deze trein echter vrijwel geheel leeggeplunderd en vernield. Daarmee waren alle Nederlandse koninklijke treinen van voor de Tweede Wereldoorlog verdwenen. Koningin Wilhelmina maakte nog een paar jaar gebruik van een aangepast rijtuig, maar toen koningin Juliana aantrad, ontstond er behoefte aan een grotere trein.
Hiervoor werden twee bestaande personenrijtuigen radicaal omgebouwd. De rijtuigen werden oorspronkelijk in 1932 gebouwd als NS AB 7522 en NS AB 7546 bij Werkspoor in Amsterdam. De rijtuigen zijn op wens van koningin Juliana functioneel en zonder overbodige luxe uitgevoerd. De rijtuigen ademden daardoor de zuinigheid die de tijd van de wederopbouw zo kenmerkte.
Als eerste kwam in 1953 de Sr8 gereed, die bestemd is voor prins Bernhard en de prinsessen. Twee jaar later kreeg Juliana met de Sr9 ook een rijtuig met een salon, een werk- en slaapcoupé en een keukencompartiment. De keuken heeft een eenvoudig tweepits gasstel dat is bedoeld voor het zetten van een kopje thee of koffie. Echte maaltijden kunnen er niet op bereid worden.
Voor de lange vakantiereis naar Oostenrijk wordt een grote hooikist meegenomen die gevuld is met allerlei warme maaltijden en dranken. Boven de slaapbank van koningin Juliana kan een bed worden uitgeklapt dat in de jaren ’50 wordt gebruikt voor de jeugdige prinses Marijke (Christina).
De Hollandse zuinigheid steekt schril af bij de luxe en weelde van de andere treinstellen (boven dat van koning Albert I uit 1912) die uit alle hoeken van Europa in een immense logistieke operatie de afgelopen week naar Utrecht zijn overgebracht. In drie dagen tijd moet de tentoonstelling worden opgebouwd. De pers wandelt dan ook tussen timmerende en vervende medewerkers van het Spoorwegmuseum.
De vergelijking is niet helemaal eerlijk, want de complete trein van de Portugese koningin Maria Pia bijvoorbeeld is al 160 jaar oud en gemaakt in een tijd dat er geen vliegtuigen of auto's waren als alternatief (en sneller) vervoer. De Portugese trein (foto onder) is het kroonjuweel van de expositie, die tot en met 5 september duurt.

De koninklijke rijtuigen uit Zweden, Denemarken en België (uit 1912) zijn soberder - de Zweedse wagon is tot 2001 gebruikt door koning Carl XVI Gustaf. Tot de verbeelding spreken de salonrijtuigen van de legendarische Oostenrijkse keizerin Sissi, en dat van aartshertog Franz Ferdinand - de man wiens dood Europa in de Eerste Wereldoorlog stortte.
Ook aan het einde van die oorlog speelde de trein een historische rol: de Duitse keizer Wilhelm II vluchtte ermee naar Nederland, tsaar Nicolaas II van Rusland tekende in zijn keizerlijke compartiment de troonsafstand en ook de Oostenrijke keizer moest over het spoor land en troon verlaten.
De tentoonstelling 'Royal Class' in het Spoorwegmuseum in Utrecht is amper twee weken na de opening door koningin Beatrix al veelbesproken. Niet in de laatste plaats natuurlijk omdat het koninklijke rijtuig Sr10 al na één dag uit de expositie werd gehaald.
Dit om koningin en prinselijk paar naar Kopenhagen te brengen. Op de terugreis konden groothertog Henri en groothertogin Maria Teresa 'meeliften'.
Bij de tentoonstelling is nu ook een boekje verschenen. Daarin veel illustraties en verhalen van reizende koningen, vluchtende keizers, op de trein wachtende prinsen en prinsessen en hun kostbare koninklijke treinen.
De kleine prinses Wilhelmina werd bijvoorbeeld door haar moeder koningin Emma overal mee naar toe genomen, om haar aan het volk te tonen.
Maar de trein werd ook gebruikt om privé of in het staatsbelang bevriende koninklijke families te bezoeken, zoals bijvoorbeeld weer toen vliegen naar Denemarken niet mogelijk was en het koninklijke rijtuig werd gekoppeld aan de City Night Line naar Kopenhagen.
In eigen land heeft het koninklijke rijtuig de laatste jaren maar weinig dienst gedaan. Auto en helikopter zijn meestal of sneller, of handiger. Het aanhaken of inpassen van het rijtuig aan een bestaande trein, of het invoegen van een extra trein is in de regel te omslachtig.
* Ben Speet: Royal Class, 136 pagina’s, €19,95, Uitgeverij Waanders
22 juni 2010: Trein van tsaar Boris III komt toch naar Utrecht
De tentoonstelling ‘Royal Class, vorstelijk reizen’ in Het Spoorwegmuseum krijgt uitbreiding. Woensdag arriveert het salonrijtuig van tsaar Boris III van Bulgarije. Dit Bulgaarse rijtuig uit 1938 zou al eerder naar Nederland komen, maar de onderhandelingen ketsten op het laatste moment af. Op last van de Bulgaarse Minister van Transport komt het rijtuig nu toch.
Tijdens ‘Royal Class, vorstelijk reizen’ zijn nu in totaal elf rijtuigen van verschillende Europese vorstenhuizen te zien. Inmiddels hebben meer dan 60.000 bezoekers de tentoonstelling bezocht.
Het Spoorwegmuseum is lang in gesprek geweest met de Bulgaarse spoorwegen over het bruikleen van een Bulgaars rijtuig. In eerste instantie werd gesproken over het rijtuig van sultan Abdel Aziz (de sultanier). Dit stokoude rijtuig uit 1866 was echter in te slechte staat. Daarna werden de pijlen gericht op het salonrijtuig van tsaar Boris III uit 1938, dat nog in goede staat verkeerde en rijvaardig is. Ondanks de goedkeuring van de Bulgaarse ministerraad liepen vlak voor de opening de onderhandelingen met de Bulgaarse Spoorwegen vast.
Het Spoorwegmuseum kon niet aan de extra financiële wensen van de Bulgaren voldoen en heeft afgezien van de komst van het salonrijtuig. Het afketsen van het bruikleen heeft in de Bulgaarse media veel stof doen opwaaien. De Bulgaarse Minister van Transport noemde het een foute beslissing en heeft besloten dat het rijtuig toch naar de ‘prestigieuze’ tentoonstelling in Nederland moest komen. Afgelopen vrijdag is het salonrijtuig vertrokken uit Sofia.
© GPD Hans Jacobs; Foto’s: © GPD Jeroen Jumelet, © MPE Patrick van Katwijk
Laatste reacties