Laat er geen twijfel over bestaan: ik ben heel nieuwsgierig naar wat Willem-Alexander in 1995 in een uitgebreid interview heeft verteld aan NRC Handelsblad. Ook nu nog, 26 jaar later, zijn de uitspraken die hij heeft gedaan, de gedachten die hij heeft geopperd en de ideeën die hij ontvouwde interessant. Zoveel vraaggesprekken met Willem-Alexander zijn er uit die tijd ook niet, dus het zijn welkome puzzelstukjes voor het beeld van de toenmalige troonopvolger en huidige koning.
Het interview werd echter nooit gepubliceerd. NRC zag er vanaf omdat van de kant van de Rijksvoorlichtingsdienst teveel aanpassingen werden gevraagd en de krant het eindresultaat dat dan bereikt zou worden niet passend vond. ,,Dan doe je geen recht aan het gesprek”, aldus toenmalig hoofdredacteur Ben Knapen, één van de interviewers, dinsdag in NRC.
Jammer dus, maar wacht! Het interview is deze week plotseling opgedoken in een boek ter gelegenheid van het gouden jubileum van de krant: Slijpen aan de geest, 50 jaar NRC Handelsblad. De auteur John Kroon, voormalig adjunct-hoofdredacteur van NRC en voormalig collega van ondergetekende bij het Leidsch Dagblad, heeft beslag weten te leggen op een transcriptie van het destijds gehouden gesprek en besloten het te publiceren.
Hoera, of toch niet? John Kroon zei dinsdag in NRC het „onzin” te vinden dat het interview nooit is gepubliceerd: „Als je de gewraakte passages ziet, denk je ‘wat was daar nu mis mee’”. Maar daar gaat het natuurlijk niet om. Wat Kroon vindt, is volstrekt onbelangrijk.
Er is destijds een afspraak gemaakt om niet te publiceren. Dan is het op zijn zachtst gezegd niet netjes dat alsnog te doen – tenzij natuurlijk toestemming is verkregen van alle deelnemers aan het interview. Maar dat lijkt niet zo te zijn.
Je hoort natuurlijk vaker het argument dat een publicatie toch onschuldig is, dat het juist leuk is enzovoort – vaak ook over foto's uit de privésfeer. De discussie wordt dan weggehaald van de principezaak en gaat dan over smaak, of 'leuk' en 'onschuldig'. De kans bestaat dat het bij de publicatie van het interview ook gebeurt. Natuurlijk is het interessant. Natuurlijk is het relevant, en van wat NRC er nu zelf over uit citeert, kun je zeggen dat het 'onschuldig' is. Vandaar ook mijn 'hoera' – maar....
Waar ligt de grens? Geschiedschrijvers zullen (terecht vanuit hun visie) geen grens wensen, hoogstens een beperking accepteren voor privéstukken en archiefwerk. In dat licht kan de transcriptie ook worden bezien. Alle hoofdrolspelers leven nog. Die hadden dus om toestemming kunnen en naar mijn mening moeten worden gevraagd. Of niet? Ik twijfel oprecht. Als Kroon de tekst via een andere weg heeft verkregen, heeft hij dan de vrijheid te publiceren? Ik weet niet wat een jurist zal antwoorden.
Kroon was niet betrokken bij het oorspronkelijke interview. Wat als één van de interviewers Laura Starink of Ben Knapen het 26 jaar na dato alsnog had gepubliceerd? Of – iets onwaarschijnlijker, de RVD? Kun je besluiten een vraaggesprek niet te plaatsen om vervolgens na vijf? Tien? 25 jaar? alsnog anders te beslissen – en zonder overleg met de geïnterviewde?
Wellicht onder het mom: het is niet meer actueel, maar nog wel historisch? Mijn gevoel zegt dat dit niet zo hoort – dat is het verstand, het geweten, maar het journalistieke hart is blij dat het is gebeurd.
Willem-Alexander sprak in de aangehaalde passages uit het interview onder meer over zijn geloofsbeleving, over de toekomst van de monarchie in een Europa dat zich meer zou kunnen verenigen, over zijn toenmalige liefdesleven (de tijd van Emily Bremers - en de roddelbladen die hem steeds weer lieten trouwen en scheiden), over het verschil man/vrouw bij het ambt van koning/koningin. Eén citaat dan toch maar, over het koningschap:
,,Het is geen makkelijke functie, niet door de inhoud en niet door hoe er van de buitenkant tegen aangekeken wordt. Het laat je nooit los. Je bent er continu mee bezig. Vanaf het moment dat je het wordt totdat je het niet meer bent, ben je het 24 uur per dag, 365 dagen per jaar. Je probeert het altijd zo goed mogelijk te doen en altijd te kijken van: doe ik het goed, moet ik me er niets van aantrekken wat mensen ervan zeggen of moet ik de kritiek inpassen en mijn pad veranderen? Dat lijkt mij het zware eraan.” Bron: NRC
Hoe weet je of de koning in Nederland is? De koninklijke standaard op paleis Huis ten Bosch verraadt het. Hoe weet je of de koning is teruggekeerd van vakantie, zoals hij zelf vrijdag aankondigde te zullen doen? Over de verplaatsingen van de koning worden geen mededelingen gedaan, dus blijft er maar één optie over: zelf kijken bij Huis ten Bosch.
Op sociale media – ook van Royalblog – werd laatdunkend gereageerd op dat simpele journalistieke handwerk. Maar het hoort erbij. Berichtgeving moet worden afgerond – de hele dag circuleerde al de vraag: is-ie er al? Wanneer komt-ie? – en dan is eigen waarneming nog het beste.
Op het moment dat de koning in Nederland was geland, ging op het paleis de standaard omhoog. Kort daarvoor verraadde een zaklantaarn op het dak al enige voorbereiding en gelijk met een seintje (van de redactie) dat de KLM-vlucht uit Athene was geland, ging het oranje-blauw in top en kon ook het bericht uit: Koning terug.
Het was overigens een aanname dat het koninklijk gezin die vlucht zou nemen. Daarover werden zoals gezegd geen mededelingen gedaan. Maar 'vakantie afbreken' en vervolgens nog een paar dagen in Griekenland blijven, zou naar de letter misschien wel hebben geklopt, maar naar de geest natuurlijk niet. En aangezien het regeringsvliegtuig zaterdag op Schiphol-Oost bleef staan, was het logisch dat de koning met 'zijn' KLM terug zou vliegen.
In theorie was het hoofddeel van de journalistieke missie volbracht bij het zien van de standaard (een windmachine zou een welkome aanvulling zijn op windstille of regenachtige dagen, wanneer die niet wappert!) maar het werk is pas afgesloten wanneer ook de hoofdbewoners door de poort zijn gereden – opnieuw een aanname, want voor hetzelfde geld hadden de Oranjes een alternatieve vakantie geboekt in een bungalow in Zeeland. Máxima is daar voor de zomer nog op een camping geweest, dus ze had een adresje.
Met de koning thuis – ongetwijfeld niet happy – kon de fiets worden gepakt. Niks anders te doen, zoals iemand schreef? Nee, dit moest worden gedaan. Zoals ook Koningsdag, Prinsjesdag, de fotosessies, of een bezoek aan Delfzijl of Hilvarenbeek wordt gedaan. Niet alleen de krenten, maar de hele journalistieke pap.
NASCHRIFT OP DINSDAG:
Zou de koning met zijn hele gezin terugkomen of zouden er gezinsleden achterblijven in Griekenland? Die vraag werd zaterdagavond kort opgeworpen tijdens het wachten op het gezelschap. Het leek me eerlijk gezegd onlogisch en in strijd met de eerdere toezegging. Maar zoals vaker: mijn logica is niet die van de Oranjes. Amalia en Alexia zijn nog even gebleven, zo werd dinsdag 20 oktober duidelijk.
De uitspraak van het Brusselse Hof van Beroep inzake Delphine van Saksen-Coburg was nog geen minuut bekend of op sociale media begonnen mensen al te klagen dat de kersverse prinses van België zeker en vast ook een aanslag zou doen op hun belastinggeld. ,,Wij als burgers kunnen weeral opdraaien voor drie extra parasieten”, schreef ene Olivier Bourdeaux op de site van Vorsten.
Nu weten we dat fatsoen en goede manieren op sociale media geen plek (meer) hebben, maar dan nog is het raar dat geld meteen het eerste is waaraan wordt gedacht. Delphine is er nooit over begonnen. Integendeel. Door de juridische strijd aan te gaan om erkenning van het vaderschap van koning Albert II te krijgen, deed ze meteen afstand van een mogelijke miljoenenerfenis van haar toen nog wettelijke vader Jacques Boël.
Die is vele maken rijker dan de Belgische koning.
In de media werd het onderwerp van een mogelijk dotatie overigens ook aangesneden. Ze kwam er niet voor in aanmerking: ze stond namelijk niet in de lijn van troonopvolging en was bovendien in 2003 zonder koninklijke toestemming gehuwd met James O'Hare. Die toestemming is een vereiste, maar Delphine kan natuurlijk niet worden nagedragen dat ze dat niet heeft gevraagd. Dat was immers ondenkbaar.
Ze kón het helemaal niet vragen. Dan kun je nu niet zeggen dat ze niet aan die eis heeft voldaan. Maar als dat geen overtuigend argument is, dan is er nog het precedent dat door koning Filip werd geschapen rond het huwelijk van zijn neef prins Amedeo, de oudste zoon van zijn zus prinses Astrid.
Die vroeg aanvankelijk geen toestemming en verdween daarmee uit de lijn van troonopvolging, om na zijn huwelijk op zijn schreden terug te keren en alsnog toestemming te krijgen. Die constructie kan desgewenst natuurlijk ook worden toegepast op prinses Delphine, maar dan zal er wellicht wel om moeten vragen en zullen regering en parlement ook akkoord moeten gaan.
Enfin. Dan toch de dotatie.
Delphine vroeg en kreeg van het Hof een gelijkstelling met haar halfbroer en halfzus: het predicaat 'Koninklijk Hoogheid', de titel 'prinses van België' – ook voor haar kinderen als prins/prinses – en de achternaam van haar vader. Waarom dan ook niet de toelage van de staat?
Als ze meteen was erkend dat had ze vanaf 2001 net als Astrid en Laurent ook een dotatie gekregen – een bedrag dat over bijna twintig jaar zonder tussentijdse verhogingen mee te rekenen toch al gauw 5,5 miljoen euro bedraagt.
In alle redelijkheid kun je zeggen dat koning Albert dat geld aan zijn tweede dochter moet geven. Het is immers niet haar maar zijn schuld dat Delphine dat is misgelopen.
Aan de andere kant, kan de klok van de geschiedenis niet helemaal worden teruggedraaid. Met de kennis van nu kun je besluiten die twintig jaar geleden zijn genomen niet anders nemen. Delphine heeft er nogmaals ook niet om gevraagd, maar het is een interessante hypothese.
In de nalatenschap van haar 'nieuwe' vader deelt ze overigens wel. Maar dat is dus aanzienlijk minder dan dat van Jacques Boël. De VRT liet het begin dit jaar nog voorrekenen: Het vermogen van de familie Boël bedraagt 1,6 miljard euro", zei financieel verslaggever Ludwig Verduyn. Daarmee staan ze op de zestiende plek van de rijkste Belgen. Het fortuin van Albert is volgens het paleis niet meer dan 12,5 miljoen.
Overigens betwijfelde Verduyn of Delphine wel van Jacques Boël zou hebben geërfd, omdat hij als goede vriend van de koninklijke familie op de hoogte was van hoe alles in elkaar stak.
PS: In een vraaggesprek met LeSoir op maandag 6 oktober benadrukte Delphine nog eens dat de zaak wat haar betreft nu afgesloten was. Op uitnodigingen, dotatie en plek in de troonopvolging zat ze niet te wachten.
Koeweit staat deze dagen weer even in het centrum van de belangstelling door het overlijden van emir Sabah al-Sabah. De Golfstaat staat bij de meeste mensen niet bovenaan de 'bucketlist' met landen die per se nog een keer moeten worden bezocht.
De verslaggever is er inmiddels drie keer kort geweest (2011, 2014, 2015) – het is tenslotte een monarchie en in de afgelopen halve eeuw is Koeweit verschillende keren op de nieuwsradar verschenen.
Om een idee te geven van Koeweit is de volgende anekdote misschien veelzeggend. Bij mijn tweede visite vroeg ik een kennis om mij wat meer van het land te laten zien – het binnenland in, zogezegd, weg van de hoofdstad Koeweit-stad. Volgens de reisgids was er nog wel iets te zien in de woestijn, richting Irak bijvoorbeeld. De kennis begreep niks van mijn wens en had ook geen idee waar naar toe te gaan.
Ik kreeg wat voorsteden van Koeweit-stad te zien, en de 'corniche'- de kilometerslange kustweg. Meer was er niet of was niet vrij toegankelijk. Een frustrerende ervaring, maar ik leerde tijdens de doelloze rit wel meer over het leven van niet-westerse, wel islamitische gastarbeiders in het olierijke Koeweit. Het relaas stemde niet hoopvol maar sloot naadloos aan bij soortgelijke verhalen uit Qatar en de Emiraten.
Toch is er voor een dagtoerist best wat te beleven in Koeweit. Veel langer ben ik er ook niet geweest; noem het een uitgebreide stopover of een stopplaats tijdens een estafette langs vijf van de zes Golfstaten – minus Saudi-Arabië. Dat opende pas in 2019 de deuren voor toeristen, en toen kwam corona.
De eerste keer in Koeweit was op weg naar Oman, waar koningin Beatrix in 2011 een staatsbezoek zou hebben, dat zoals bekend toen werd uitgesteld. Dat nieuws bereikte mij in mijn hotelkamer en vervolgens kwam de volgende morgen niet veel van sightseeing want er moesten verhalen worden geschreven en reisplannen worden omgegooid.
Koeweit vierde dat jaar 5-20-50: sjeik Sabah was 5 jaar emir, het land was 20 jaar bevrijd van de Iraakse bezetting (Golfcrisis, Golfoorlog) en Koeweit was 50 jaar onafhankelijk van de Britten. De korte tijd in de stad werd gebruikt voor een aantal wandelingen – in de eerste maanden van het jaar kan er wat de buitentemperatuur betreft makkelijk gewandeld worden.
Los van het feit dat een Koeweiti dat never nooit niet zal doen – bewegen?! Koeweiti's hebben dan ook een meer dan gemiddelde omvang – en dat veel gastarbeiders er ook niet toe over te halen zijn. De wandelaar is dus meestal alleen en wordt met enige regelmaat met verbazing of verwondering aangekeken. Eén nadeel: een stoep is niet overal aanwezig.
Maar de corniche richting 'oude stad' is zeker de moeite waard. Van wandelen of zelfs flaneren, vanaf de bekende Kuwait Towers – de kogelgaten in deze watertorens waren nog zichtbaar – naar een immens winkelcentrum bij de geweldige vismarkt, richting het ministerie van Buitenlandse Zaken en de souk.
Die is sfeervol en best aardig, met name voor een royaltyverslaggever omdat er verschillende Iraanse winkeltjes zijn die ook nog souvenirs verkopen uit de tijd van de sjah. In 2011 wapperde bij de torens de Nederlandse vlag: uit dank voor de hulp in de Golfoorlog.
In die tijd leerde ik ook dat Koeweit flink kan uitpakken met de Al-Sabah familie. Geen kantoorgevel - hoe hoger hoe beter - was veilig voor megafoto's van de emir en de kroonprins, en van emir Jaber die ten tijde van de Iraakse invasie de oliestaat regeerde. Ook de stamboom van de heersersfamilie is populair in Koeweit, met afbeeldingen van de achtereenvolgende emirs. Die hangt in winkels, op ramen en in koffiehuizen.
De deze week overleden Sabah al Ahmed al Sabah – hij werd 91 jaar – gold in het Midden-Oosten als een vredesstichter en rasbemiddelaar, zowel in zijn functie als staatshoofd als in de veertig jaar daarvoor als minister van Buitenlandse Zaken.
Wie het Midden-Oosten een beetje volgt, weet dat er al die jaren heel wat te bemiddelen was met oorlogen tussen Iran en Irak, de inval van Irak in Koeweit, de animositeit tussen veel Golfstaten en Iran en de ruzie tussen Saudi-Arabië c.s. en Qatar.
Sabah was onvermoeibaar om brandjes te blussen. Niet altijd met succes. Zijn opvolger emir sjeik Nawaf mist die statuur, hetgeen voor het Midden-Oosten dat eerder dit jaar die andere bemiddelaar sultan Qaboos van Oman verloor, geen goed nieuws.
Het is een land dat niet bestaat, maar dat er wel is: Nagorno-Karabach, of in het Armeens, Artsakh. Deze maand is het negen jaar geleden dat de verslaggever er een bliksembezoek (één overnachting) bracht – met een taxi vanuit Jerevan, de hoofdstad van Armenië.
De chauffeur een eerlijke, bescheiden, nauwelijks Engels sprekende jonge Armeniër. Hij was creatief met de paar Engelse woorden die hij kende: vandaag was 'one day' en morgen natuurlijk 'two day'. Het was, toegegeven, even wennen, maar briljant gevonden.
Vanuit Jerevan kon je excursies maken naar Nagorno-Karabach, met bussen en groepsreizen. Voor beide is deze verslaggever allergisch. Eigen vervoer – maar vooral niet zelf rijden over de matige, eeuwig slingerende bergwegen – is prettiger.
Het geeft de mogelijkheid onderweg te stoppen en ook rond te kijken en biedt – de chauffeur reed in een Mercedes – ook meer comfort. Over de prijs hoefde niet lang te worden onderhandeld. De man had een dag eerder al getoond reeële bedragen te hanteren en geen dollartekens te zien bij 'westerlingen'.
Het was een mooie zonnige dag en de meer dan 300 kilometer – ruim vijf uur rijden – boden genoeg afwisseling om van te genieten. De grensformaliteiten waren snel afgehandeld en het hotel in Stepanakert snel gevonden. Grens? Ja.
Nagorno-Karabach heeft zichzelf losgeweekt uit Azerbeidzjan en is een door niemand erkende zelfstandige staat die voor 100% leunt op 'moederland' Armenië. Maar bij zelfstandigheid horen natuurlijk een vlag, paspoorten en een heuse grens. Een visum zelfs, maar gelukkig wel op een inlegvel.
cVanuit de optiek van Azerbeidzjan is de hele excursie illegaal. Nagorno-Karabakh is tenslotte deel van Azerbeidzjan als gevolg van de verdeel-en-heers politiek van het voormalige Sovjet-rijk. Dat bracht het in meerderheid door christelijke Armeniërs bewoonde gebied aan het einde van de Eerste Wereldoorlog onder bij de nieuwe, in meerderheid moslim Sovjet-republiek Azerbeidzjan.
Beide etnische groepen moesten onder Sovjet-dwang met elkaar samenleven, maar toen het rijk eind jaren tachtig begon af te brokkelen, kwamen de oude tegenstellingen weer boven. Met een bloedige oorlog tot gevolg: twintig- tot dertigduizend mensen verloren daarbij het leven.
In 1991 riepen de etnische Armeniërs hun eigen staat uit - vandaar de banieren met '20 jaar onafhankelijkheid '- , die ook door buurland Armenië nooit formeel is erkend. Er werd door Russische bemiddeling en dwang in 1994 een staakt-het-vuren bereikt, maar geen vrede. De Azeri bevolking vluchtte en op hun beurt verlieten etnische Armeniërs de rest van Azerbeidzjan.
De olierijke en door Turkije gesteunde Azeri's hebben Nagorno-Karabach nooit opgegeven – aan de andere kant van Armenië, tegen de grens met Turkije is nog zo'n raar gebied, de exclave Nakchivan – en de laatste jaren is stevig geïnvesteerd in wapentuig. Met enige regelmaat werd over een weer geschoten, maar sinds afgelopen weekeinde is sprake van echte gevechten.
Van Stepanakert – zo'n 55.000 inwoners – moet niet teveel worden voorgesteld. Maar het doel van de reis was natuurlijk ook om zo'n niet bestaand land te bezoeken en wat souvenirs te 'scoren' voor de verzameling. In de prijs voor de chauffeur was een overnachting inbegrepen, maar dat vond hij 'zondegeld'.
Hij bleek de volgende dag gewoon in zijn auto te hebben geslapen. Op de terugweg hadden we de pech dat het flink regende, waardoor het zicht bijzonder slecht werd en het rijden gevaarlijk – zeker met de talloze slecht verlichte Iraanse vrachtwagens die in slakkengang over de bergwegen reden. Eén inhaalmanoevre te vroeg om zo'n truck te passeren en de Armeense politie stond klaar om te cashen.
De chauffeur was daarna in mineur. De bekeuring was voor hem fors en sloeg een deuk in het bedrag dat hij had gehoopt te verdienen aan de tweedaagse excursie. Maar het was een rationeel besluit geweest om in te halen. Dus was het ook logisch om die boete voor hem te betalen. Terug in Jerevan hoopte hij op meer excursies. Maar helaas. De voorkeur ging uit naar een treinreis vanuit Armenië naar de Georgische badplaats Batumi.
Een immens park rondom een leegstaand paleis, midden in de bossen in het midden van het land. Geen mooiere bestemming voor een zonovergoten zondagse wandeling in het weekeinde van Open Monumentendagen.
Het was ook een beetje een werkexcursie, ter voorbereiding op een te schrijven verhaal over de toekomstplannen van Paleis Soestdijk, want dat was de bestemming.
Na het lezen van de stukken, het opfrissen van de kennis van gebouw en historie en het beluisteren van de discussie in de gemeenteraad van Baarn, konden tijdens de bijna 2,5 uur durende wandeling – veel stops gemaakt – gaten in de kennis worden aangevuld.
Er is werk aan de winkel, zoveel is wel duidelijk. Niks doen is geen optie, en een koninklijke bestemming zit er niet meer in. De huidige plannen lijken nog het meest aanvaardbaar, met oog voor behoud en restauratie maar ook de mogelijkheid van herbestemming.
Enkele maanden geleden, nog voor de zomerfotosessie en het praatmoment met koning Willem-Alexander, schreef ondergetekende een column voor het maandblad ROYALTY. Het onderwerp was Prinsjesdag, want op dat moment was al bekend dat het dit jaar geheel anders zou verlopen dan gebruikelijk:
Geen rijtoer, geen balkonscene, geen publiek, en zelfs geen Ridderzaal.
De Gouden Koets kwam ook ter sprake. Niet zo verrassend natuurlijk.
Het gevaarte reed in 2015 voor het laatst en dat betekende dat het einde van de restauratie in zicht komt. Maar wat zou er dan gebeuren, zo vroeg ik me af. Ik besloot geen keuze te maken, maar de pragmatische kant te belichten bij het beantwoorden van de vraag 'kan de Gouden Koets nog wel worden gebruikt?
Zoals bekend stelt eén van de versieringen van de koets de 'Hulde van de Koloniën' voor. Een kunstwerkje van de Amsterdamse kunstdocent Nicolaas van der Waay die de 'Nederlandse maagd' afbeeldde met onder meer een knielend zwarte jonge man namens 'de West' en een op Javaanse wijze hurkende Indische jongen. Zó zag het wereldbeeld er in 1898 in Nederland, bij de inhuldiging van koningin Wilhelmina, uit.
Als we dan snel doorspoelen naar 2020 dan zien we dat er grote groepen in de samenleving zijn voor wie deze voorstelling pijnlijk en/of onaanvaardbaar is. In feite al heel lang. Toen de Gouden Koets in 1998 in de Nieuwe Kerk in Amsterdam werd getoond, schreven bezoekers al dat een Nederlands staatshoofd zich niet meer in een rijtuig met zo'n tafereel zou moeten vertonen.
De Gouden Koets hoorde thuis in een museum, zoals ironisch genoeg koningin Wilhelmina aanvankelijk ook vond toen de koets honderd jaar eerder zeer tegen haar zin kreeg aangeboden. Het aantal mensen dat die mening is toegedaan is, ook in het parlement, alleen maar toegenomen.
Het blijft daarbij niet alleen bij het uiten van een mening. Tegenwoordig is daar vaak ook actie aan verbonden. Dat leidt tot het pragmatische argument. Wat als mensen willen demonstreren? Gaan we dan iedereen die naar de optocht en rijtoer op Prinsjesdag wil komen kijken preventief fouilleren?
Zetten we bij het feest van de democratie om de halve meter een militair of politieagent neer om te voorkomen dat iemand een verfbommetje, steen of zelfs weer een theelicht tegen de koets gooit? Ik kan het me moeilijk voorstellen.
Dan hebben we het dus nog niet eens gehad over de emotioneel beladen kernvraag: de discussie of de koning – die zich zo nadrukkelijk opstelt als bruggenbouwer en verbinder tussen álle groepen in de samenleving en het Koninkrijk – zich inderdaad nog wel met zo'n afbeelding moet vertonen.
Ik heb nog eens heel aandachtig en lang naar de schildering gekeken en kom voor mezelf tot de conclusie: nee, dat kan niet meer. Het is beter dat de Glazen Koets blijft rijden.
Het Oostenrijkse Lech hoort net zo bij de Nederlandse koninklijke familie als Het Loo en Huis ten Bosch. Al meer dan een halve eeuw komen de Oranjes naar de wintersportplaats in Vorarlberg die mede door hun jaarlijkse aanwezigheid is uitgegroeid tot een dure pleisterplaats.
De sneeuwzekerheid en de talrijke ski-mogelijkheden en de hoge standaard van de plaatselijke ondernemingen spelen daarbij een minstens zo belangrijke rol.
Sinds de geboorte van prinses Amalia zijn er weer (bijna) jaarlijkse fotosessie in Lech, waarbij ook de verslaggever en fotograaf regelmatig aanwezig waren. Op het YouTube-kanaal van Royalblog zijn ook filmpjes te vinden, te beginnen in 2012 na het ongeluk van prins Friso.
2018
De extra lange onderbroek was geen overbodige luxe maandagmorgen om negen uur op de Rüfikopf, de 2350 meter hoge berg boven Lech. De thermometer gaf aan dat het -21 graden was, en ondanks de zon was het inderdaad bar koud voor de traditionele fotosessie in het Oostenrijkse vakantieoord.
Koning Willem-Alexander had medelijden met de 45 fotografen, cameramensen en verslaggevers en kwam met zijn gezin eerder dan afgesproken met de skigondel naar de bergtop die een schitterend uitzicht biedt over het dal en de bergtoppen er omheen. Of hij wilde snel echt aan zijn vakantie beginnen, dat kan natuurlijk ook.
2017
De koning trok met zijn gezin een half uurtje uit om de media ter wille te zijn in Oberlech, waar de laatste jaren de ontmoeting met de fotografen en cameraploegen wordt gehouden. Het rendez-vous was wel een half uur vervroegd om de familie meer eigen ski tijd te geven en te voorkomen dat er al veel andere skiërs aanwezig waren.
Het koninklijk gezelschap was ongebruikelijk klein. Prinses Beatrix ontbrak voor het eerst sinds de troonswisseling in 2013. Ze was de afgelopen tien dagen wel in Lech, samen met prinses Mabel en haar dochters, maar reisde al voor het fotomoment af. Ook prins Constantijn en zijn gezin waren afwezig.
2016
Geen sneeuwballen gooien! Prinses Amalia was de wijze les van haar vader van enkele jaren geleden nog niet vergeten maandagmorgen in het zonovergoten Oberlech. Ze gebaarde gedecideerd naar haar zusjes die in de verleiding waren gebracht door hun eigen moeder koningin Máxima.
Wie had gehoopt op minder dan voorbeeldig gedrag van de Oranjes-prinsessen en hun neefje en nichtjes, kwam bedrogen uit. Ze zijn inmiddels goed getraind in de foto-ontmoetingen, volgen de aanwijzingen van hun ouders gedwee op en blijven zelfs onverstoorbaar onder het soms irritante geroep van fotografen. Maar die kunnen ook weinig anders omdat ze het gezelschap graag recht in de lens laten kijken.
2015
Het weer werkte bijzonder meer maandagmorgen in Oberlech waar de koninklijke familie even voor toen uur aankwam voor het jaarlijkse fotomoment. Stralende zon, blauwe luchten: precies zoals de VVV van Lech het graag ziet. Het leverde inderdaad leuke beelden op.
De fotosessie in de huidige vorm is hard aan vernieuwing toe. Een paar jaar achteraan is de ontmoeting van de Oranjes met de media nu in Oberlech. Het is er mooi en biedt de mogelijkheid een paar semi-actiefoto’s te maken van de prinsesjes.
Maar spannend is het allerminst en nu Amalia, Alexia en Ariane ouder worden, is er voor hen ook geen lol meer aan om een paar keer de helling af te skiën, terwijl het poseren voor de groepsfoto in de sneeuw ook een herhaling van zetten begint te worden. Vraag is alleen: waar en hoe dan?
2014
Skiën leer je met vallen en opstaan. Dat leerde prinses Ariane maandagmorgen in Oberlech nog eens op pijnlijke wijze toen ze uit de sleeplift viel. Moeder koningin Máxima kwam zo snel als haar ski's dat toestanden naar boven lopen, terwijl ook de skileraar en beveiligers te hulp schoten. Vallen is nooit leuk, maar vallen in het zicht van tientallen fotografen en cameraploegen is dat nog minder.
De prinsesjes Amalia, Alexia en Ariane hadden zin om te skiën en toonden met de ski's eenmaal ondergebonden weinig geduld voor de netjes achter een afrastering opgestelde media. ,,Nee, Amalia, even wachten tot iedereen boven is", moest koning Willem-Alexander zijn oudste dochter een paar keer vermanen. Amalia probeerde stiekem al wat metertjes te pakken, maar haar vader hield haar scherp in de gaten.
2013
‘Komen jullie ook naar Lech?’ Prinses Amalia wist vrijdag op het station van Amsterdam voor de treinreis naar het vaste vakantieadres van de familie al wat haar maandag te wachten stond. Een ontmoeting met 75 vreemde mannen en vrouwen die allemaal willen dat ze op één en hetzelfde moment in hun richting kijkt. ‘Ik heb geen acht ogen’, zei Amalia vrijdag gevat toen al het geroep om een bepaalde kant op te kijken haar teveel werd. En toen was de groep nog beperkt.
De koninklijke familie heeft maandagmorgen in Oberlech geduldig geposeerd voor de internationale media. Prins Willem-Alexander gaf zijn dochters Amalia, Alexia en Ariane meteen een wijze les mee. ,,Geen sneeuwballen gooien naar de fotografen, dat blijft je je leven lang achtervolgen'', waarschuwde hij.
De prinsesjes waren door de fotografen uitgedaagd om met sneeuw te gooien om de beelden verlevendigen. Maar Willem-Alexander wist uit eigen ervaring dat dat soort opnamen een leven lang hergebruikt worden.
De fotosessie waaraan behalve het gezin van Willem-Alexander en Máxima ook koningin Beatrix kort deelnam, was ontspannen en gebeurde op dezelfde plek in Oberlech waar twee jaar geleden ook de laatste fotosessie plaatsvond waaraan toen ook prins Friso en zijn gezin deelnamen. Het was toen voor het eerst dat koningin Beatrix met haar drie zoons en drie schoondochters alsmede al haar kleinkinderen kon worden gefotografeerd.
2012
Na het bezoek aan prins Friso verlaat de koninklijke familie vrijdag, een week na Friso's ongeval, het ziekenhuis in Innsbruck. Kort daarvoor is het nieuws over zijn gezondheidstoestand bekendgemaakt.
2011
Verrassing! Een enkele oplettende fotograaf had zaterdagmorgen wel gezien dat ook het gezin van prins Friso in hotel Mohnenfluh in het Oostenrijkse Oberlech aanwezig was, maar dat Friso en Mabel met hun twee dochtertjes ook zouden deelnemen aan de traditionele fotosessie van de Oranjes was toch een verrassing.
Hun komst was in elk geval niet van tevoren aangekondigd. Friso was de afgelopen jaren wel vaker in de buurt wanneer zijn broers Willem-Alexander en Constantijn voor de camera's moesten verschijnen, maar tot nu toe bleef hij altijd buiten beeld.
Hij wandelde dan door Lech, ski's op de schouders, knikte vriendelijk naar bekenden, en ging lekker de berg op, terwijl de familie zich opmaakte voor de confrontatie met de media. Constantijn en Laurentien hebben overigens ook niet vanaf het begin meegedaan, maar de laatste jaren doen ze wel mee.
2010
Koningin Beatrix hecht aan traditie. De jaarlijkse wintersportvakantie in het Oostenrijkse Lech staat daarom ook dit jaar weer op het programma.
Maar het thuisfront moet het stellen zonder officiële beelden van het koninklijk verblijf in Vorarlberg - er is, zo laat de Rijksvoorlichtingsdienst weten, geen fotosessie. Het prinselijk gezin is bij de Winterspelen in Vancouver.
2009
De koninklijke familie heeft maandagmorgen in Lech uitgebreid geposeerd voor cameraploegen en fotografen. Zoals vantevoren aangekondigd vond er geen gesprek plaats met het handjevol toch aanwezige verslaggevers. Er kon amper een 'goedemorgen' vanaf. Pogingen om reacties los te krijgen, mislukten. Er werd gelachen, gespeeld, geravot, en koninklijk gezwegen.
Wellicht dat bij de Oranjes enige irritatie was ontstaan over de hinderlijk aanwezige NCRV-televisieploeg die met ballonnen en andere speeltjes de aandacht van de kinderen probeerde te trekken, om de eigen opnamen op te leuken. Manipulatie heet dat. Kinderlokken kun je het ook noemen. Wanneer straks iedere fotograaf en cameraman zijn eigen speeltjes gaat meenemen, is het snel gedaan met de fotosessies. En dan valt de Oranjes ook niets te verwijten.
2008
Lech, zondagmiddag. De zon doet bijna pijn aan de ogen. Alle hotelkamers zijn vol. Het hele dorp is op de been om te skiën of om het skiën mogelijk te maken.
Om tien uur zondagmorgen was het echter nog rustig bij de Kinderskischüle, vlak achter de kerk. Daar arriveerden de Oranjes voor het jaarlijkse fotohalfuurtje - dat dit jaar wat langer in beslag nam.
De kleinkinderen van koningin Beatrix kennen de skischool van hun eerdere vakanties. Amalia en Eloise zijn deze plek eigenlijk al ontgroeid, al spelen ze maar al te graag in de sneeuwmolen.
2007
Dit keer niet ravotten in de sneeuw buiten het prinselijk chalet aan de rand van Lech en geen ritje op slee of met de paardenkoets, maar met de familie poseren voor Gasthof Post in het hartje van het dorp.
Willem-Alexander, Máxima en de kinderen komen het eerst naar buiten. De prins was de afgelopen dagen goed ziek _ een uitstapje naar het WK schaatsen in Heerenveen zat er dan ook niet in _ vertelt zijn vrouw, en zondag gaat hij snel weer onder de wol vertelt Alexander zelf.
Maar daarna is het skiën geblazen, uiteraard zonder de hoogzwangere Máxima. ,,Dit keer ga ik niet achter mijn man aan", zegt ze met gevoel voor realiteit.
2006
Ook het engelengeduld van een tweejarig prinsesje kent grenzen. ,,Amalia!" klinkt het zondagmorgen voor de dertigste keer in de sneeuw van Lech. ,,Ja-ah", antwoordt de dochter van Willem-Alexander en Máxima licht geïrriteerd.
Dat geduw en getrek van de fotografen en cameramensen is ze nu wel gewend, maar dat geschreeuw en geroep gaat vervelen.
2005
Regen of sneeuw, de net van waterpokken herstelde prinses Amalia vindt een ritje in de arreslee even geweldig. Zaterdag wordt ze belaagd door tientallen fotografen en cameraploegen, zondag blijft het ritje met haar ouders en oma Beatrix in Lech vrijwel onopgemerkt. Precies zoals de koninklijke familie wil.
Het Oostenrijkse skioord Lech beleeft een weekeinde van uitersten. Op de eerste vakantiedag van prins Willem-Alexander, Máxima en Amalia is het zaterdag onaangenaam weer. Het kwik stijgt tot negen graden, regen verandert de straten van Lech in modderpoelen en maakt het skiën vrijwel onmogelijk.
Een doorn in het vlees van de professionele fotografen is regelmatig de zogenoemde 'huisfotograaf'. Soms een ervaren beroeps - bij het Oranje fonds bijvoorbeeld - maar ook vaak een goed willende kiekjesmaker.
De opdracht is eenvoudig: plaatjes maken voor de organisatie waar koning of koningin op visite komt.
De huisfotografen hebben flinke bewegingsvrijheid en moeten zorgen dat de directeur en de groepsleider - of wie dan ook - goed in beeld komen met de koninklijke bezoeker. De grote bewegingsvrijheid en de opdracht zorgen echter vaak voor conflicten met de in een persvak opgesloten media. Die willen vrij zicht en niet een stoorzender in beeld. (Waartoe deze verslaggever ook wordt gerekend).
In Museum Van Loon in Amsterdam, waar de koningin donderdagmiddag aanwezig was bij de lancering van het Borski Fund, ging het mis. De foto zegt het al. Midden voor het persvak gaan staan, met flitser - de RVD probeerde de zaak nog te redden, maar toen was het kwaad al geschied.
Heel ongebruikelijk werd daarom besloten om na de lancering de handeling nog even in scène te zetten om het beeld 'te redden.' Met de huisfotograaf die er niks van snapte. De huisfotograaf was daarna ook verontwaardigd dat de professionals zo onaardig en bot waren. Maar dat had ze toch echt aan zichzelf te wijten.
Noot van een van de aanwezige fotografen: Na afloop vroeg de organisatie of een van ons een beeld van de groepsfoto kon geven, want dat had de huisfotograaf gemist...
NB Het beeldverslag van Blauw Bloed maakte bovenstaand relaas nog eens zeer aanschouwelijk.
Het was een Prinsjesdag als alle andere. De Glazen Koets reed voor de vierde keer uit. Er was veel 'volk' op de been in het op deze dag altijd gezellig drukke Den Haag. De kleding van de koningin werd royaal besproken (te weinig of voldoende bedekking?!) en veel media maakten werk van de koninklijke baard.
Koning Willem-Alexander had een mooie tekst gekregen om voor te lezen in de Ridderzaal. Vooral de inleiding maakte indruk en zette de toon voor het komende jaar, wanneer 75 jaar vrijheid op allerlei manieren wordt herdacht en gevierd.
De koning:
,,Vandaag precies 75 jaar geleden begon operatie Market Garden. Na jaren van knechting en tirannie kwam de hoop op een betere toekomst die dag letterlijk van boven, in de vorm van duizenden geallieerde parachutisten. Ooggetuigen die op 17 september 1944 de lucht boven Eindhoven, Arnhem en Nijmegen donker zagen kleuren, zouden dat beeld nooit vergeten.”
,,75 jaar later lijken vrijheid, democratie en een sterke rechtsstaat vanzelfsprekende waarden. Maar wie de wereld beschouwt, realiseert zich hoe bijzonder het is te leven in een land waarin mensen zich veilig kunnen voelen. Waarin vrijheid samengaat met verdraagzaamheid en verantwoordelijkheidsgevoel. En waarin mensen nog altijd iets voor een ander overhebben.”
,,Hoewel in het publieke debat en op social media tegenstellingen soms de boventoon lijken te voeren, is de dagelijkse realiteit voor de meesten van ons anders. Nederland blijft een land van vrijwilligers en van verstandige compromissen in het brede midden. Van jong tot oud, van werkvloer tot bestuurskamer en van Willemstad tot Amsterdam willen mensen meedoen en hun bijdrage leveren. Dat is wat ons bindt en wat we met elkaar moeten koesteren.”
De rijtoer voerde ook dit jaar van Noordeinde naar Ridderzaal en terug. Volgend jaar gebeurt dat voorlopig voor het laatst want daarna gaat het Binnenhof op slot. De boel moet worden gerenoveerd en gerestaureerd.
Er staan vijf jaar voor ingepland, maar in Nederland zijn we nooit zo goed in het tijdig afmaken van ingewikkelde bouwprojecten. Afwachten dus wanneer er weer een koets voorrijdt bij de Ridderzaal. Tegen die tijd mag in elk geval prinses Amalia meerijden met haar ouders!
Persoonlijk was het geen Prinsjesdag zoals in voorgaande jaren, toen ik steevast een vrije wandeling maakte van Malieveld – waar de minuutschoten worden gelost – via Koninklijke Schouwburg en Lange Voorhout naar Paleis Noordeinde.
Dit keer was ik gestationeerd bij het paleis, in de pop-up cabine van de NOS om live commentaar te leveren op de gebeurtenissen. Een mooie ervaring, en fijn om eens wat meer te kunnen vertellen.
Laatste reacties