De Roemeense kroonbewaarder Margareta (72) en de Albanese kroonprins Leka II (39) vieren vrijdag hun verjaardag. Een goed ogenblik eens stil te staan bij de mogelijkheid dat in het oosten van Europa de monarchie als staatsvorm een comeback maakt. Die kans is nihil, zo kan inmiddels wel worden vastgesteld. De geschiedenis pleit in de meeste landen ook tegen de oude koningshuizen, die daar in de negentiende eeuw vanuit het buitenland werden geïmporteerd. Een overzicht.
ALBANIË
Albanië heeft niet bepaald goede herinneringen aan haar koningen. Prins Wilhem von Wied, een achterneef van koningin Wilhelmina, werd in 1914 op de troon gezet van het toen net zelfstandig geworden Albanië. Wilhelm hield het precies zes maanden uit en keerde toen terug naar Duitsland.
In 1928 vond president Ahmed Zogu de tijd rijp om zichzelf als koning Zog op de troon te hijsen. De Italiaanse bezetting maakte in 1939 een einde aan zijn bewind, en via allerlei omwegen belandde hij uiteindelijk in Londen. Na de Tweede-Wereldoorlog riepen de nieuwe communistische machthebbers de volksrepubliek uit en was Zog definitief uitgerangeerd. Maar zijn zoon Leka, geboren twee dagen voor de Italiaanse invasie, hield wel hoop.
Na de val van het communisme probeerde hij enthousiasme op te wekken voor herstel van de monarchie. Er kwam in 1997 zelfs een referendum, waarbij nog altijd éénderde voor stemde. Vijf jaar later werd de koninklijke familie uitgenodigd terug te keren, inclusief koningin Geraldine die enkele maanden in Tirana haar laatste adem uitblies.
Het koningshuis kwam pas in rustiger vaarwater na het overlijden van Leka (I). Zijn in Zuid-Afrika geboren zoon kroonprins Leka (II) (op foto met kroonprins van Montenegro) wist beter bruggen te slaan naar verschillende segmenten in de van oudsher verdeelde Albanese samenleving. Maar uitzicht op herstel is er zeker niet.
BULGARIJE
Koning Simeon II - de inmiddels 83-jaar oude tsaar der Bulgaren - heeft als kind de kroon gedragen (1943-1946), maar diende zijn land ruim een halve eeuw later in een onverwachte en ongebruikelijke positie: als premier. ,,Heel mijn leven had ik mij op een andere taak voorbereid, ik wilde geen premier worden”, vertelde Simeon in 2012.
,,Maar toen ik in 2001 de verkiezingen won, was het niet correct om een ander het werk te laten opknappen en als een soort goeroe vanaf de zijkant toe te kijken. Ik moest in het diepe springen en ik heb daar persoonlijk een zware prijs voor moeten betalen. De verwachtingen waren hoog gespannen, misschien wel te hoog gespannen”, verzuchtte de koning.
,,Er waren mensen die van mij verwachtten dat ik zou afrekenen met het vorige bewind, dat ik wraak zou nemen en zaken recht zou zetten, maar dat is niet mijn stijl. Met dialoog los je meer op, ik laat me niet leiden door emoties.” Het unieke experiment duurde maar vier jaar en daarna kon hij met zijn politieke beweging nog een regeringsperiode meeregeren. Het hoofddoel werd bereikt: lidmaatschap van de Europese Unie (2007).
Sindsdien heeft de koning zich op de achtergrond geplaatst en vecht hij bittere juridische gevechten uit met zijn voormalige politieke tegenstanders die de door het Hooggerechtshof eind jaren negentig bevolen teruggave van zijn bezittingen op elke mogelijke wijze al jaren bestrijden.
Met Simeon verdwijnt straks het koningshuis uit Bulgarije. ,Ik dacht dat het Sovjetrijk mij zou overleven”, vertelde hij. Van zijn vijf kinderen verlangde hij daarom niet dat ze Bulgaars leerden.
,,Twee spreken het een beetje, toen de omwenteling kwam, hadden ze al hun eigen carrière. Ik had gehoopt ze meer bij Bulgarije te betrekken, maar toen ik premier werd, heb ik ze gevraagd om weg te blijven." Oudste zoon Kardam is jong overleden - de familie woont en werkt buiten Bulgarije. Een natuurlijke opvolger is er niet.
GRIEKENLAND
Jarenlang wist de republikeinse Griekse regering niet anders dan spastisch om te gaan met de voormalige monarch. Toen koning Constantijn II in 1993 met zijn familie een vakantiereisje langs de Griekse eilanden maakte, stuurde Athene gevechtsvliegtuigen en kanonneerboten af op het koninklijke jacht. Constantijn werd tevens zijn staatsburgerschap ontnomen en raakte zijn bezittingen kwijt.
Een uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, dat beval de koning zijn spullen terug te geven en hem een schadevergoeding te betalen, werd min of meer terzijde gelegd. Pas na de Olympische Spelen in 2004 - hij won zelf in 1960 een gouden medaille bij het zeilen - kwam het tot een dooi en uiteindelijk zelfs vanuit de Londense ballingschap tot een verhuizing naar Griekenland.
,,Ik respecteer de Griekse grondwet. De Grieken hebben gekozen voor een republiek, dat is hun goed recht. Ik heb ook niet de ambitie dat systeem te willen veranderen. Mijn familie en ik brengen die republiek ook niet in gevaar. Ik wil gewoon het recht hebben om als iedere Griek mijn land te bezoeken en er te wonen", zei Constantijn (op de foto met zijn zussen Sofia en Irene) daar twintig jaar geleden over. Zijn aanspraken op de troon heeft hij overigens nooit opgegeven. ,,Ik ben dan wel geen 'koning van de Hellenen meer, maar ik blijf wel koning", aldus Constantijn (80).
SERVIË
Zo'n rol is nog niet weggelegd voor de troonpretendent uit het huis Karageorgevic. Maar kroonprins Aleksander van Servië/Joegoslavië (op foto met koning Simeon, en de Roemeense kroonbewaarder Margareta) ontving in 2001 na het vertrek van president Slobodan Milosevic voor het eerst in zijn leven een reisdocument van zijn 'vaderland'.
Dat gebeurde heel symbolisch in suite 202 van het chique Claridge's hotel in Londen, dat in juli 1945 toen Aleksander daar in ballingschap werd geboren even Joegoslavisch grondgebied was. De kroonprins ontving bij die gelegenheid ook de sleutels van de voormalige koninklijke residentie, het in 1947 door de communistische machthebber Tito in beslag genomen Beli Dom (Witte Huis).
Aleksander, zoon van Joegoslavië's verdreven en in 1970 gestorven laatste koning Peter II, wil zich in dienst van zijn land stellen, als 'symbool' boven de partijen. ,,Niet de terugkeer van de monarchie, maar het herstel van rust, orde, democratie en welvaart zijn de prioriteiten. Als de bevolking daarna voorstander is van een constitutionele monarchie zoals in Spanje en Groot-Brittannië, dan ben ik daar klaar voor", aldus Aleksander. In twintig jaar tijd is hij echter nog steeds niet gevraagd.
MONTENEGRO
</p
Aleksander was in maart 1999 in Montenegro voor de herdenking van de slag om Kosovo, maar in deze ruige uithoek van de Balkan kreeg hij concurrentie van de nakomelingen van Nikola (I) die het land van 1910 tot 1918 als koning regeerde. In Parijs was de succesrijke architect Nikola Petrović-Njegoš er achter gekomen - zijn ouders hadden hem dat nooit verteld - dat de vacante troon eigenlijk hem toebehoorde.
Nikola, die bij een kort bezoek aan de oude hoofdstad Cetinje door 200.000 mensen - een derde van 's lands bevolking - werd verwelkomd, weigerde jaren zich aanvankelijk actief in te zetten voor het herstel van de onafhankelijkheid van Montenegro. Dat was toch een zaak van de Montegrijnen zelf. Maar toen die onafhankelijkheid er in 2006 kwam, werd hem een vertegenwoordigende rol aangeboden én een salaris gelijk aan dat van de president. Verder ging het aanbod niet.
ROEMENIË
Jarenlang stond op een muur van het universiteitsgebouw in Boekarest de slogan 'Monarhia salveaza Romania' (de monarchie redt Roemenië) gekrabbeld. Het gebouw werd een paar keer opgeknapt en schoongemaakt, maar lange tijd durfde niemand het aan de leus weg te halen.
Misschien dat de onberispelijke koning Mihai kort na de omwenteling in zijn land de illusie heeft gekoesterd dat hij weer een belangrijke rol kon gaan spelen. Want anders dan collega Simeon, die als kind drie jaar lang tsaar van Bulgarije was, heeft Mihai ook daadwerkelijk geregeerd: 1940-1947.
Dat was overigens zijn tweede regeerperiode want ook als kind kwam hij op de troon (1927-1930) na het overlijden van zijn grootvader koning Ferdinand. Mihai's vader Carol (II) was er met een maîtresse vandoor en had afstand gedaan van de troon, om die in 1930 weer van zijn zoon af te pakken. In 1940 werd de dictatoriale Carol op zijn beurt weer afgezet.
Mihai maakte in 1944 een einde aan het fascistische dictatorschap van maarschalk Antonescu, en ging de strijd aan met de Duitsers, die prompt het paleis bombardeerden. De communisten stuurden hem 'als dank' in 1948 het land uit, en ook na de revolutie van 1989 was hij niet direct welkom in Roemenië. Daarna was Mihai (1921-2017) eigenlijk te oud om nog een beslissende rol te spelen. Wel kreeg hij even een 'officiële' taak als pleitbezorger in Brussel voor toetreding van zijn land tot EU en Navo.
Bij zijn uitvaart in 2017 werd Roemenië tot verrassing van velen even overspoeld door een royalistisch sentiment. Met Mihai werd een tijdperk afgesloten. Een tijdperk dat in de achteruitkijkspiegel van de geschiedenis er veel zonniger en beter uitzag dan het communistische bewind dat erop volgde, en de wisselende regeringen daarna. Maar ondanks de inmiddels officiële status van het koningshuis binnen de republiek, maakt 'hare majesteit' Margareta geen kans op de vacante troon.
© RB Hans Jacobs; Een bewerking van een verhaal uit juni 2001. Beeld: archief
Laatste reacties