Onbegrepen. Verguisd. Niet geliefd. Koningin Paola, inmiddels 83, heeft al jaren geen goede pers. Oorzaak en gevolg zijn in de 61 (!) jaar dat ze haar lot met België heeft verbonden door elkaar gaan lopen. Dinsdag echter kwam de koningin weer volop in de schijnwerpers te staan. Ook zij had deelgenomen aan de ontmoeting van haar man koning Albert met zijn dochter prinses Delphine. Op de foto oogt Paola wat ongemakkelijk - tas op schoot, ogenschijnlijk klaar om te vertrekken.
Bij haar 75ste verjaardag schreef haar biograaf Mario Danneels - in 1999 de 'onthuller' van het paleisgeheim van het bestaan van Delphine - een mooi portret van koningin Paola voor de toenmalige GPD-kranten. Het kan geen kwaad om delen daarvan te herhalen. Om de achtergrond van de Italiaanse beter te begrijpen.
De Italiaanse donna die als bloedmooie 21-jarige het hart stal van de Belgische prins Albert, is, hoewel ooit een van Europa’s meest gefotografeerde en meest besproken vrouwen, voor de meeste Belgen nog steeds een vrij onbekende, en dus onbeminde figuur.
Aangeboren schuchterheid, verdedigden haar vriendinnen in koor, een zekere hoogmoed, vermoedden vele Belgen. De soms moeizame omgang tussen koningin Paola en de Belgen laat zich moeilijk definiëren. Dat ze 61 jaar na haar intrede aan het Belgische hof nog steeds nauwelijks Nederlands spreekt, levert haar nog minder krediet op. Als vorstin hield ze zich in het openbaar dan ook meestal afzijdig, verschool zich achter haar als koning populaire echtgenoot.
Maar achter de paleismuren liet de ogenschijnlijk discrete Paola haar Italiaanse temperament wel de vrije loop. Toen donna Paola Ruffo di Calabria in 1959 trouwde met prins Albert, de jongere broer van koning Boudewijn, waren haar oogverblindende schoonheid, frisse naïviteit en lichte onbeholpenheid troeven die een frisse wind aan het sombere hof van Laken lieten waaien. Zij en Albert werden een heus jetsetkoppel dat van Duitsland tot Spanje de voorpagina’s van alle bladen haalde.
De Italiaanse paparazzi gedroegen zich zo opdringerig dat Albert er ooit met een op de vuist ging bij de ingang van en discotheek. In 1967 besloot Paola met spijt in het hart haar jaarlijkse zomervakanties niet langer in haar Toscaanse geboortedorp Forte dei Marmi door te brengen. De fotografen hingen er in de bomen om haar tot in haar badkamer te betrappen.
‘Ze is de adembenemendste schepping van de Europese Gotha, een vrouw als Brigitte Bardot’, kwijlde het Duitse Bild am Sonntag. De toen razend populaire zanger Salvatore Adamo, zelf een Belg van Italiaanse afkomst, hijgde zijn mierzoet eerbetoon Dolce Paola de top van alle Europese hitparades in. Fotografen die in Brussel exclusieve beelden van de prinses konden schieten, mochten zich erin verheugen die voor astronomische bedragen te verkopen.
In haar nieuwe land keek het volk echter al gauw met lede ogen naar de lichtvoetige levenswandel van ‘prinses Zonnestraal.’ In net over vier jaar huwelijk zette Paola drie kinderen ter wereld: Filip, Astrid en Laurent. Maar de prinses bleek over weinig moederinstinct te beschikken en vertoefde meer in Italië en Frankrijk dan op het koninklijk domein van Laken.
De ongedwongen en eigenzinnige donna voelde zich verstikt door het protocol, toonde weinig belangstelling voor liefdadigheidswerk of andere koninklijke taken, kon niet met de overweldigende aandacht om, en kwijnde in Brussel weg van eenzaamheid. Terwijl prins Albert de wereld rondreisde als ambassadeur voor de Belgische handel, leek Paola eeuwig met vakantie te zijn.
Tegenover koningin Fabiola, de streng-katholieke, deugdzame, charismatische eega van koning Boudewijn, werd Paola enkel frivool en verwend bevonden. Bovendien weigerde ze de taal van zes miljoen Vlamingen te leren – ze spreekt vandaag de dag overigens ook nog steeds geen foutloos Frans. Het negatieve beeld dat zich bij de keurige, ingetogen Belgen van hun levenslustige prinses ontspon, heeft Paola nooit helemaal van zich weten af te schudden.
Bovendien lokte ze de incidentjes zelf uit: toen de Amerikaanse president John F. Kennedy in 1963 werd vermoord, liet ze luid haar ongenoegen blijken dat het bal waarop ze ‘zich voor één keer aan het amuseren was,’ werd stilgelegd. Ze werd de toegang tot het Vaticaan ontzegd omdat ze een minirok droeg. ‘Ik kan niets goed doen, alleen spaghetti maken’, barstte ze eind de jaren 1960 tijdens een ontmoeting met journalisten in huilen uit.
Jeugdvriendin Mariana Poswick, op de ambassade van wier vader de blikken van Albert en Paola elkaar voor het eerst kruisten na de intronisatie van paus Johannes XXIII in Rome, vertelt dat het ‘liefde op het eerste gezicht was.’ Helaas kenden de echtelieden elkaar amper, toen ze acht maanden later al samen voor het altaar stonden.
Albert wist al gauw geen raad met het onstuimige, grillige en soms opvliegende karakter van zijn jonge vrouw, en had ook begrip voor de eisen van zijn haast ascetische broer Boudewijn, die Paola streng aanmaande zich een meer sober imago aan te meten. Na de snelle geboorte van de drie kinderen, liep het huwelijk spaak. Over wie de eerste scheve schaats gereden heeft zijn de meningen verdeeld, maar in 1965 leerde Albert de Waalse barones Sybille de Selys-Longchamps kennen. Nog geen drie jaar later werd hun dochter Delphine geboren.
Ruim tien jaar lang woonde de prins - eerste troonopvolger zolang Boudewijn en Fabiola geen kinderen hadden - feitelijk samen met zijn minnares en hun kind. Maar het was Paola die in 1970 werd gefotografeerd aan de arm van een van haar eigen geliefden, de Parijse fotograaf Albert de Mun, waarmee ze een internationaal schandaal ontketende.
Twee jaar eerder had ze al de echtscheiding ingezet, waar Boudewijn zich met hand en tand tegen verzette. Toen midden de jaren 1970 een tweede poging werd ondernomen om het huwelijk officieel te ontbinden en zelfs de politiek tegen 'dit volstrekt nutteloze koppel’ fulmineerde, legde de diepgelovige vorst zich daar wel bij neer, ook in het belang van Albert en Paola’s drie kinderen.
Prins Filip moest later zijn kinderloze oom opvolgen en de blijvende gevolgen van de huwelijkscrisis op hem en zijn zus en broer waren toen al duidelijk. Albert en Paola hadden hun kroost bij pleeggezinnen ondergebracht om hun eigen liederlijke leventjes te kunnen najagen. En toen geschiedde ‘het mirakel’, zoals het in het paleis werd genoemd: de gebrouilleerde echtelieden bekeerden zich onder impuls van dochter Astrid tot de rooms-katholieke charismatische beweging.
Albert zwoer zijn tweede gezin, en Paola haar wilde haren, voorgoed af. In 1984, bij hun 25ste huwelijksverjaardag, straalden ze weer als een verliefd koppel. Paola verdween abrupt van de voorpagina’s en bekommerde zich om haar tuin en de eerste kleinkinderen, ook al omdat de plooien met haar eigen twee zonen nooit meer zouden worden gladgestreken. Toen Boudewijn in 1993 onverwachts overleed en prins Filip nog te onervaren werd geacht om zijn oom op te volgen, werden Albert en Paola geheel onverwacht het zesde vorstenpaar van België.
© Mario Danneels (GPD); Foto's: © MPE
Reacties