Het was een
‘aha’ ervaring zaterdag in de kathedraal van Luxemburg. Zo eentje die je niet
meer vergeet, maar waarvoor het een halve eeuw heeft geduurd alvorens het
spreekwoordelijke kwartje viel. Waarom heet de sleep van een bruidsjurk
eigenlijk een sleep? Nou, vraag dat maar aan prinses Stéphanie! Die kon
op de rode loper van de kerk nauwelijks vooruit komen.
De prachtige jurk van Elie Saab liet zich niet voorttrekken,
en omdat de persplek op een halve meter afstand was van het gangpad kon de
worsteling van dichtbij worden aanschouwd. Daarom dus is een sleep ook echt een
sleep. En de vraag was meteen waarom de bruidsmeisjes niet ingrepen. Die keken
van een afstandje geamuseerd toe. Voor het beeld was het misschien mooier dat
de bruid zonder verdere hulp aan de hand van haar broer Jehan naar het altaar schreed, voor het
comfort van Stéphanie had het vast anders gemogen.
In de kathedraal dus zaterdag. Een voorrecht en niet op de
minste plaats. Direct bij de ingang die het bruidspaar, hun familie en de
voornaamste koninklijke gasten via enige sightseeing gebruikten; de entree was
tientallen meters verderop, daar stonden ook de fotografen. De B-lijst van
vorstelijke gasten, waarover de afgelopen dagen op deze plek al uitvoerig is
geschreven, mocht die route niet volgen. Carlos en Annemarie kwamen dus niet in
de buurt. Dat was een minpuntje.
Zo dicht op de actie echter, dat was uniek. Koningin Beatrix
zei bij binnenkomst ‘goedemorgen’ tegen de haar bekende Nederlandse
verslaggevers en ook prins Willem-Alexander en prinses Máxima knikten
vriendelijk. Ze waren niet de enigen – de Marokkaanse prinses Lalla Salma
was zeer hartelijk, van Letizia kwam een ‘hola’ en Guillaume en Stéphanie
beantwoordden bij vertrek de felicitaties.Omdat de vorstelijke genodigden af en toe op elkaar moesten
wachten, was oogcontact logisch, al waren er ook die niet op of om keken
terwijl ze de kerk betraden of verlieten.
De Luxemburgers hadden ook wel het
Zweedse voorbeeld mogen volgen om gasten niet alleen te laten lopen. Er was weliswaar een hoffunctionaris meegestuurd met de
VIP-royals, maar die liepen op gepaste afstand. De koninginnen Beatrix en
Silvia en prinses Caroline van Hannover – die Monaco vertegenwoordigde, haar
broer en zijn vrouw waren op officieel bezoek in Polen – oogden erg eenzaam bij
hun wandeling naar hun zitplaatsen voor het altaar.
Caroline zag er bovendien
erg doorleefd en moe uit. Alleen op zo’n huweliijksfeest verschijnen is niet
leuk. Ze had zoon Andrea moeten meenemen – Astrid en Lorenz van België hadden
tenslotte ook zoon Amedeo bij zich.
De zitplaats in de kathedraal bood ondanks de flinke afstand
tot het altaar goed zicht op de gebeurtenissen en bovendien waren er ook een
paar televisieschermen voor de mensen in de zijbeuken. Omdat de kerkdeur
openbleef, was er tevens extra geluid vanaf het nabijgelegen Willem II-plein
waar duizenden Luxemburgers de plechtigheid op een groot scherm volgden. Net
als op 02-02-02 gebeurde bij het huwelijk van Willem-Alexander en Máxima werd
er buiten luid gejuicht toen het bruidspaar ‘Ja ik wil’ had gezegd, en was dat
ook in de kerk te horen.
Een koninklijke pechvogel was er ook: prinses
Alexandra van Sayn-Wittgenstein-Berleburg. Die werd kennelijk onwel, maar kon
op eigen kracht naar achteren te lopen waar ze werd opgevangen door de eerste
hulp. Maar: die wilde haar alleen in een rolstoel vervoeren. Met haar hand
voor het gezicht en met een zeer opgelaten echtgenoot graaf Jefferson von Pfeil und Klein-Ellguth in haar kielzog, moest ze zich de kerk uit
laten rijden. Gelukkig uit het zicht van de camera’s, maar wel pal voor het
persvak.
De journalisten – het voorschrift dat geen
elektronische hulpmiddelen meegenomen mochten worden of worden gebruikt werd
deels genegeerd – hadden het genoegen direct onder het hoofdorgel van de
kathedraal te zijn geplaatst. Van het goede voornemen om bijvoorbeeld het
Luxemburgse volkslied mee te zingen, kwam dan ook niets terecht. De eigen stem
was boven het spelen van het orgel – de organist moet extra gas hebben gegeven,
aan de andere kant van de kerk zal het best mooi hebben geklonken – niet te
horen. De meezingende congregatie ook niet.
De kerk was niet vol, in tegenstelling tot
wat het hof een dag eerder had verteld aan de krant Luxemburger Wort. Het
publiek had om toegangskaarten voor de huwelijksmis mogen vragen. Speciaal
daarvoor kon daarvoor met het paleis worden gebeld. Al snel bleek de
belangstelling – ook uit Nederland – groter dan het aantal beschikbare
plaatsen. Veel mensen moesten worden teleurgesteld.
Vreemd derhalve dat naast de persplekken een
heel vak – zo’n vijftig of meer stoelen – leeg bleef, terwijl er getuige de
misboekjes wel op bezetting daarvan was gerekend. Navraag leverde geen
bevredigend antwoord op. Een persoonlijk voordeel was er wel: er bleven nu
voldoende boekjes over om aan een aantal vragen daarnaar te kunnen voldoen. Met
het boekje was de plechtigheid overigens maar ten dele te volgen. De onderdelen
die in het Letzebuergesch werden gedaan, stonden alleen in Engelse vertaling
vermeld.
Er was in Luxemburg geen sprake van dat de
pers voor het slotlied de kerk uit mocht om het vertrek van het bruidspaar of
in dit geval – gezien de geringe afstanden in Luxemburg – ook de balkonscene te
zien. Bijna drie kwartier na het vertrek van alle gasten werden ook de journalisten
en de ‘gewone Luxemburgers’ vrijgelaten. Maar ook nu gebeurde dat met enige
klasse: iedereen mocht de koninklijke route lopen en buiten stond de erewacht
nog altijd in de brandende zon opgesteld om ook de laatste gasten eer te
betonen.
© RB Hans Jacobs; Foto: © DPP Patrick van Katwijk; Cour-grandducale
Laatste reacties