Hij had keizer en koning kunnen zijn, maar door ingrijpende wendingen in de internationale verhoudingen werd hij 'slechts' politicoloog, politicus en auteur van ruim dertig boeken. Otto von Habsburg, de laatste kroonprins van de begin vorige eeuw nog machtige Oostenrijks-Hongaarse monarchie, overleed maandag op 98-jarige leeftijd zonder ooit een kroon te hebben gedragen.
* Aartshertog Otto von Habsburg - Dr. Habsburg - met op de achtergrond een portret van zijn moeder, keizerin Zita
Toen Otto op 20 november 1912 in het Oostenrijkse Reichenau an der Rax werd geboren, was Frans Jozef I (de broer van z'n overgrootvader) nog heerser over de 'Donaumonarchie', die niet alleen Oostenrijk en Hongarije omvatte, maar ook het latere Tsjecho-Slowakije, Kroatië en Bosnië en delen van het huidige Roemenië, Polen en Oekraïne. Keizer van Oostenrijk, koning van Hongarije en koning van Bohemen, zo luidden zijn titels.
De ooit roemruchte dynastie der Habsburgers was echter door allerlei rampspoed (moorden en zelfmoorden) al danig afgebrokkeld. Uiteindelijk had de oude keizer zijn neef Frans Ferdinand als troonopvolger aangewezen, maar ook met deze liep het slecht af. Hij werd in juni 1914 tijdens een bezoek aan Sarajevo vermoord, een gebeurtenis die tegens de opmaat vormde voor de Eerste Wereldoorlog. Als enige geschikte troonopvolger bleef nu een achterneef van de keizer over: de toen nog maar 26-jarige Karl, die enkele jaren eerder was getrouwd met Zita van Bourbon-Parma en in wiens huis de op 20 november 1912 geboren peuter Otto rondscharrelde.
Toen keizer Frans Jozef eind 1916 stierf, volgde Karl hem dus op. De regering van deze Habsburg-telg duurde echter maar kort, want na de gruwelijke wereldoorlog viel de Oostenrijks-Hongaarse monarchie uiteen. Karl werd afgezet en ging met zijn gezin in ballingschap, eerst in Zwitserland en na twee mislukte pogingen om in Hongarije weer op de troon te komen, op het eiland Madeira, waar hij op 1 april 1922 aan een longontsteking stierf. De jonge kroonprins en eerste erfgenaam Otto bleef achter met zijn moeder Zita en zeven broers en zussen.
* Keizer Karl, keizerin Zita en kroonprins Otto
Na een reeks verhuizingen (Spanje, Luxemburg, België) ging Otto in Leuven sociale en politieke wetenschappen studeren, hetgeen in 1935 leidde tot een doctoraat. Begin 1938 schreef de keizerszoon een brief aan de Oostenrijkse kanselier Schussnigg waarin hij hem opriep verzet te blijven plegen tegen Hitlers plan om Oostenrijk in te lijven. Hij bood aan desnoods zelf het kanselierschap op zich te nemen. Schussnigg ging er echter niet op in en korte tijd later was de Duitse annexatie van Oostenrijk een feit.
Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in 1939 verbleef Otto von Habsburg in Frankrijk, waar hij in 1940 nog meehielp met het in veiligheid brengen van Joden. Het grootste deel van de oorlog woonde hij in Washington, waar hij eerder al connecties had aangeknoopt met president Roosevelt. Tevergeefs pleitte hij aan het eind van de oorlog bij de geallieerde mogendheden voor een gedeeltelijk herstel van de vroegere Donaumonarchie, uiteraard met hem als Habsburgse troonpretendent aan het hoofd.
* Uitvaart aartshertogin Regina in 2009.
Nadat hij in 1951 in Frankrijk was getrouwd met de Duitse prinses Regina von Sachsen-Meiningen, vestigde het paar zich in Beieren. Uit hun verbintenis werden zeven kinderen geboren. Officieus had Otto von Habsburg het Oostenrijkse staatsburgerschap behouden, maar een Oostenrijks paspoort had hij niet. Bovendien ontzegde Oostenrijk hem de toegang omdat hij immers de zoon was van de in 1918 verbannen keizer. Door bemiddeling van de Franse president De Gaulle kreeg Von Habsburg na de oorlog een paspoort van Monaco. Ook beschikte hij nog over een Spaanse diplomatenpas.
In 1961 deed Von Habsburg officieel afstand van zijn aanspraak op de heerschappij over Oostenrijk en in datzelfde jaar wees hij een aanbod van de Spaanse dictator Franco af om na diens dood de Spaanse troon over te nemen. Vijf jaar later werd hij voor het eerst weer tot Oostenrijk toegelaten. Zijn recht op het koningschap van Hongarije gaf hij overigens nooit op. Met dat land en zijn bevolking is hij zich altijd zeer verbonden blijven voelen. Hij sprak ook Hongaars en spande zich tijdens de Hongaarse opstand in 1956 zeer in om de internationale gemeenschap om steun voor 'zijn' volk te vragen. Een jaar voor de val van het communisme bracht hij voor het eerst sinds z'n kleutertijd weer een bezoek aan Boedapest.
* Uitvaart van keizer Franz Josef, die vanaf december 1848 had geregeerd.
Gedurende zijn hele volwassen leven is de veel gedecoreerde dr. Otto von Habsburg een pleitbezorger geweest van Europese samenwerking. In de dertiger jaren had hij zich al aangesloten bij de Paneuropese Unie, een idealistische organisatie waarvan hij in 1972 voorzitter werd, een functie die hij ruim dertig jaar bekleedde. Hij schreef tal van boeken over Europa en was van 1979 tot 1999 namens de Duitse partij CSU lid van het Europees parlement. In 2007 droeg hij zijn functie als 'hoofd van het Habsburgse Huis' over aan zijn zoon Karel. In februari 2010 overleed na een huwelijk van 59 jaar Otto's echtgenote Regina (85). © GPD Dick van Rietschoten; Foto's: Habsburg
Reacties