Sneeuw geeft het park rond het koninklijk paleis in Dedinje, vroeger aan de rand van Belgrado gelegen, een romantische aanblik. Druppelgewijs komen bezoekers door het paleishek waar een eenzame militair de weg wijst naar de koninklijke kapel. Daar staat sinds kort de met de Servische vlag bedekte kist met het stoffelijk overschot van de laatste koning van Joegoslavië, Petar II.
Over drie maanden wordt de vorige maand uit Illinois overgebrachte kist bijgezet in het koninklijk mausoleum in Oplenac, op tachtig kilometer van Belgrado, in het spirituele hart van Servië. Het wachten is nog op de kisten van Petars echtgenote, koningin Aleksandra (begraven in Tatoi, Griekenland) en Petars moeder, koningin Marija (begraven in Frogmore, bij Windsor Castle).
Wanneer die eenmaal zijn gerepatrieerd, komen ze voorafgaand aan de staatsbegrafenis ook in de kleine kapel van St Andreas – de patroonheilige van de koninklijke familie – te staan. Veel ruimte blijft er dan niet meer over. Nu kan nog lamgs de baar worden gelopen, wanneer de andere kisten er ook zijn, is de kapel gevuld.
In het paleis naast de kapel is een kleine kamer ingericht als tentoonstellingsruimte met foto’s uit het leven van koning Petar II. Aangezien hij tijdens de Tweede Wereldoorlog in ballingschap in Londen verbleef, zijn er ook foto’s met de eveneens in Engeland verkerende koningin Wilhelmina en prins Bernhard. Het zijn vooral beelden van een vervlogen wereld, die voor Petar in bitterheid eindigde omdat de geallieerden hun steun aan hem introkken en hun geld en wapens gaven aan de communistische strijders tegen de nazi-bezetting van Joegoslavië.
© RB Hans Jacobs
Reacties