In januari 2005 overleed de moeder van groothertog Henri en zus van de Belgische koning Albert II. Hieronder drie verhalen geschreven rond het overlijden en de uitvaart.
Groothertogin Joséphine-Charlotte van Luxemburg wordt zaterdag begraven. Zij is maandagmorgen op 77-jarige leeftijd aan longkanker overleden. Premier Claude Juncker, die een week van nationale rouw afkondigde, sprak over een 'groot verlies voor land en volk'. De groothertogin, oudere zus van de Belgische koningen Boudewijn en Albert, was al een aantal jaren ernstig ziek. Koningin Beatrix heeft rouwtelegrammen gestuurd naar Luxemburg en België.
Dat Joséphine-Charlotte kanker had, kwam in april 2003 naar buiten toen de feestelijkheden ter gelegenheid van haar gouden huwelijk met groothertog Jean (84) op het laatste moment werden afgelast. De medische behandeling sloeg aanvankelijk aan. Begin vorig jaar verscheen ze weer een paar keer in het openbaar en in augustus woonde ze de doop bij van een kleinkind. Zondag waarschuwde de hofmaarschalk echter dat haar gezondheidstoestand 'dramatisch' was verslechterd. Maandagochtend overleed ze op slot Fischbach.
Joséphine-Charlotte, die als koel en kil bekend stond, had de laatste jaren een moeilijke verhouding met haar oudste zoon Henri en zijn vrouw Maria Teresa. De groothertogin, op 11 oktober 1927 in Brussel geboren als dochter van de Belgische troonopvolger Leopold (III) en de Zweedse prinses Astrid, stamde nog uit de tijd dat vorsten alleen onder elkaar trouwden. Door huwelijk en geboorte was ze verwant aan bijna alle koningshuizen van Europa. Zoon Henri viel daarom uit de toon toen hij begin jaren tachtig thuiskwam met de in Zwitserland wonende Cubaanse ballinge Maria Teresa Mestre. Dat gaf geen pas. Henri hield echter voet bij stuk.
,,Het huwelijk kon ze niet verhinderen, daarom probeert ze het nu al jaren van binnenuit stuk te maken", zei Maria Teresa in 2002 tegen journalisten. ,,Mijn schoonmoeder probeert ons huwelijk kapot te maken. Luister niet naar haar, ze verspreidt valse geruchten over mij", zei Maria Teresa. Henri, die zijn vader in oktober 2000 opvolgde, was bij het gesprek aanwezig en verklaarde voor honderd procent achter zijn vrouw te staan.
Joséphine-Charlotte verbleef in haar jeugd een paar keer in Noordwijk, waar ze samen met haar broertje Boudewijn Nederlandse les kreeg. In 1935 verongelukte haar moeder Astrid; daarna volgden bewogen jaren voor de Belgische koninklijke familie. Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog - haar vader was inmiddels hertrouwd - werd het gezin in Duitsland geïnterneerd. Na de oorlog was koning Leopold III niet meteen welkom in België en gingen zijn kinderen in Zwitserland naar school. In 1950 moest Leopold aftreden ten gunste van Boudewijn.
Op 9 april 1953 trouwde Joséphine met erfopvolger Jean van buurland Luxemburg. Het heette een gearrangeerd huwelijk te zijn, in de beste koninklijke traditie. Het paar kreeg vijf kinderen. Jean kwam in 1964 op de troon. Zijn vrouw bemoeide zich met sociale problemen, de kunsten, de padvinderij en het Rode Kruis. ,,Ze had een hoge opvatting van haar taak", zei premier Juncker. Ze kwam met Jean ook regelmatig op bezoek in Nederland. Het laatst nog waren ze samen bij de uitvaart van prins Claus in oktober 2002. Tussen de Oranjes en de Luxemburgse Nassau's bestaan naast historische banden ook een warme vriendschap.
BLAUW BLOED
Koningin Beatrix loopt zaterdag (15 januari 2005) achter de baar van groothertogin Joséphine-Charlotte. Wanneer het stoffelijk overschot van de maandag overleden vorstin daarna wordt bijgezet komt er een einde aan een tijdperk. Een periode waarin leden van koningshuizen alleen met elkaar trouwden en aan elkaar verwant waren. Joséphine-Charlotte was daar een van de laatste voorbeelden van.
De Belgische koninklijke familie is voltallig aanwezig bij de begrafenis van groothertogin Joséphine-Charlotte. Dat is niet zo gek als het lijkt. Ze was immers een zus van koning Albert en dus een tante van zijn kinderen. Albert zat zondagnacht ook aan het sterfbed van zijn oudste zus, met wie hij een bijzondere band had. Maar ook de andere vorstenhuizen laten zaterdag niet verstek gaan.
Het groothertogdom, waarover tot 1890 de Oranjes nog de scepter zwaaiden, is weliswaar klein, maar telt in koninklijke kringen wel degelijk mee. Dat komt niet in de laatste plaats door Joséphine-Charlotte. Zij was een van de laatste 'grand royal ladies' van Europa. Haar bloed kon nauwelijks blauwer zijn. De stamboom van de in 1927 in Brussel geboren prinses voert naar bijna alle vorstenhuizen. Haar vader, grootvader en beide broers waren of zijn koning der Belgen; haar schoonmoeder, man en zoon groothertog van Luxemburg, haar neef, oom en oudoom koning van Noorwegen.
Ze telde onder haar voorouders koningen van Frankrijk, Beieren, Portugal, Spanje en de Beide Siciliën. De familiebanden met de koningshuizen van Pruisen, Denemarken, Zweden, Noorwegen, Griekenland en Württemberg kwamen via haar moeder, de Zweedse prinses Astrid. Haar tante Marie-José werd koningin van Italië, haar eigen huwelijk met Jean van Luxemburg bracht weer nauwe relaties met de Bourbon-Parma's en het Oostenrijkse keizershuis. En dan zijn alle kleinere, vooral Duitse, vorstenhuizen nog niet meegeteld.
Tot halverwege de vorige eeuw zocht de hoge adel huwelijkspartners uitsluitend in eigen kring. Huwelijken tussen neef en nicht waren eerder regel dan uitzondering. Buurlanden leverden elkaar in een soort estafette prinsen of prinsessen. De Oranjes hebben ook meegedaan aan dit schaakspel, via verbintenissen met de koningshuizen van Pruisen, Groot-Brittannië en Zweden. Alleen beschikten ze aan het einde van de laatste eeuw niet over genoeg pionnen om in te zetten, waardoor ze bijvoorbeeld in de stamboom van Joséphine-Charlotte wat verborgen zijn.
Joséphine's betovergrootmoeder was prinses Louise der Nederlanden, die koningin werd van Zweden en Noorwegen. Ze was een kleindochter van koning Willem I, destijds ook groothertog van Luxemburg. Pas sinds het trouwen met burgers eerder regel dan uitzondering is geworden - vroeger verloor een prins of prinses daardoor alle privileges - zijn de relaties tussen de koningshuizen aan het verwateren.
Joséphine-Charlotte heeft zich daar lang tegen verzet. Oudste zoon Henri, nu de regerende groothertog, moest knokken om toestemming te krijgen voor zijn huwelijk met het Zwitsers-Cubaanse burgermeisje Maria Teresa Mestre. Tussen Joséphine en haar schoondochter is het daarna nooit echt goed geworden. Ook dat geeft aan dat er met de dood van Joséphine een einde komt aan een koninklijk tijdperk.
AFSCHEID
Luxemburg heeft zaterdag op ingetogen wijze afscheid genomen van groothertogin Joséphine-Charlotte, die maandag op 77-jarige leeftijd aan longkanker overleed. Bijna alle Europese vorstenhuizen, zowel de nog regerende als de al lang uitgerangeerde, waren bij de uitvaart in de kathedraal van Luxemburg-Stad vertegenwoordigd. Van Otto von Habsburg tot Jérome Napoleon en soms met meerdere pretendenten per land. Koningin Beatrix was er namens Nederland en haar ex-zwager Carlos Hugo, een neef van groothertog Jean, namens de Bourbon-Parma's.
De kist met het stoffelijk verschot van de groothertogin werd met militaire eer en begeleid door de kinderen en kleinkinderen _ met voorop groothertog Henri en Joséphine's broer koning Albert van België _ plechtig van het paleis naar de kerk gedragen. Het publiek gooide rozenblaadjes naar de kist. Ook de buitenlandse gasten volgden de baar, die in de kathedraal werd opgewacht door groothertog Jean. Die was te zwak en broos om in de stoet mee te open.
Jean (84), vorig jaar nog ogenschijnlijk monter en kwiek bij de uitvaart van koningin Juliana in Delft, deed de Luxemburgers schrikken. Niet eerder zagen ze het voormalige staatshoofd _ hij trad in 2000 terug _ zo breekbaar en oud. In zijn overdenking refereerde aartsbisschop Fernand Franck van Luxemburg aan de drie woorden die de afgelopen dagen het meest in samenhang met Joséphine-Charlotte zijn gebruikt: 'merci, au revoir en adieu.'Hij dankte de groothertogin voor haar inzet voor het land en haar familie, en zei dat 'tot ziens' ook een verwachting inhoudt, van een weerzien in een ander leven, bij God - à Dieu.
Pas aan het einde van de begrafenismis was er iets van emotie speurbaar. Jean en zijn dochters vochten tegen hun tranen bij het zingen van het volkslied, dat door iedereen luid werd meegezongen. Ook kort daarvoor, toen een violist het 'Ave Maria' speelde, en daarna de congregatie het Marialied 'O Mamm, léif Mamm' (O moeder, lieve moeder) zong, was het verdriet tastbaar. De eigenlijke bijzetting in de crypte van de kathedraal vond pas aan het einde van de middag plaats, in besloten familiekring. Joséphine-Charlotte is het zesde lid van de groothertogelijke familie die daar haar laatste rustplaats kreeg. © GPD 2005 Hans Jacobs